Gerardus wordt geboren op 6 februari 1899 in Alphen aan den Rijn. In 1920 treedt hij toe in de orde van trappisten en wordt als pater Alphonsus Maria opgenomen in de gemeenschap van de Achelse Kluis op de Nederlands-Belgische grens. Op last van de Duitse bezetter moeten de paters de Achelse Kluis verlaten en elders een onderkomen zien te vinden. Pater Alphonsus Maria, nu met de schuilnaam pater Alphons, vindt onderdak in klooster Mariadal in Roosendaal. Van daar zet hij zich in om ondergedoken personen en gezinnen te helpen en krijgt met twee andere verzetsstrijders de leiding in de hulp aan onderduikers. Hij legt contact met het georganiseerde verzet in Roosendaal, van wie hij ook daar de leiding krijgt over de hulpverlening aan onderduikers. Ook werkt hij samen met de Belgische verzetsgroep Witte Brigade die gestrande geallieerde piloten de grens over helpt smokkelen. Op 19 juli 1944 wordt pater Alphons na een arrestatiegolf binnen het verzet gearresteerd. Hij brengt zijn laatste dagen door in kamp Vught, waar hij op 11 augustus 1944 wordt gefusilleerd. Pater Alphons is 45 jaar geworden.
Meer informatie
Roepnaam | Gerardus |
Voornamen | Gerardus Aloysius |
Achternaam | Averdieck |
Geboren | 1899-02-06 |
Geboorteplaats | Alphen aan den Rijn |
Woonplaats | Roosendaal |
Overleden | 1944-08-11 |
Overlijdensplaats | Vught, Noord-Brabant |
Begraaf-/gedenkplaats | Asputten van het kamp |
Plaats begraafplaats | Vught |
Graflocatie | Onbekend |
Leeftijd | 45 |
Familie | Vader: Johann Hermann Averdieck Moeder: Berndina Johanna Vlaswinkel |
Militair | Verzet en illegaliteit |
Bijzonderheid bij overlijden | Gefusilleerd |
Bronnen
- Erelijst van gevallenen 1940-1945
- Oorlogsgravenstichting
- Nationaal Monument Kamp Vught
- Stichting Herdenking Brabants Gesneuvelden
Reacties
23-09-2020
Na het bombardement op Roosendaal in mei 1940 begon het verzet tegen de duitsers vanuit een gevoel van onrecht.
Janus van Haperen (geboren 1917) deed vanaf het begin van de oorlog met een vriend Wim Nuijts zeer gevaarlijke dingen in het ondergrondse verzet.
Dit kwam pater Alphons (Gerard Averdieck), leider van de L.O., ter ore.
Hij wilde de jongens bij het georganiseerde verzet, de L.O. ook voor hun eigen veiligheid.
Pater Alphons was een lieve man; mijn ouders mochten hem heel graag.
Dikwijls vertelde mijn moeder mij, als kind, dat pater Alphons plannen maakte met hen om samen na de oorlog een kinderkolonie te stichten in Frankrijk.
Mijn moeder zei er dan bij: "dan waren jullie fransmannekes geweest"
Ik, geboren in 1945, besef nu dat de oorlog toen nog maar amper vijf jaar voorbij was...
Het liep anders, verschrikkelijk genoeg.
Pater Alphons, de inspirator van mijn ouders, werd verraden.
Hij werd gearresteerd, "verhoord" en gemarteld in Den Bosch en nog erger in het "Oranje Hotel" in Scheveningen, daarna gefusilleerd in Kamp Vught.
Ondanks alle martelingen heeft hij nooit een naam genoemd.
De hele groep is gespaard gebleven...
Anders zouden wij, mijn broers en ik, met kinderen en kleinkinderen er niet geweest zijn.
Een plaquette op klooster Mariadal, Vincentiusstraat 5 in Roosendaal herdenkt de gefusilleerde verzetsstrijder pater Alphonsus Gerardus Averdieck.
Ter nagedachtenis aan hem ligt voor het klooster een Stolperstein.
Sommige verhalen moeten verteld worden, vind ik.
Het mag nooit vergeten worden en moet bewaard blijven voor het nageslacht.
van,
Jacqueline Heck-van Haperen
Daar heb je helemaal gelijk in Jacqueline, deze verhalen moeten worden verteld en deze personen moeten worden geëerd. Wat ontzettend moedig van pater Alphons dat hij geen namen heeft genoemd, ondanks de martelingen. Het besef dat jullie er anders ook niet geweest waren is dan harde realiteit.
Dank voor je mooie reactie.
Jacqueline, bedankt voor je informatie, dit is weer een puzzelstukje. Wij weten namelijk heel weinig van hem. Hij vertelde nagenoeg niets binnen de familie. Hoe minder men wist, hoe veiliger het was. Bedankt.
Reactie toevoegen