Gerrit wordt geboren op 21 oktober 1925 in Princenhage en woont in het Gelderse Heelsum. Opgeroepen voor de dienstplicht, meldt hij zich in 1946 bij de Koninklijke Landmacht in Nijmegen, waar hij als soldaat wordt ingedeeld bij het daar opgerichte 3-3 Bataljon Regiment Stoottroepen.
Vanwege het losgebarsten geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Gerrit als onderdeel van de 7 December Divisie voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië uitgezonden om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Half oktober 1946 vertrekt hij aan boord van de Volendam naar de Oost en landt een kleine maand later bij Batavia, waar hij gelegerd wordt. De eerste maanden vervult Gerrit wachtdiensten in en rond de haven van Tandjong Priok om smokkel en diefstal tegen te gaan. Eind maart 1947 wordt hij met zijn onderdeel overgebracht naar de binnenlanden om de belangrijke konvooiweg Batavia-Bandoeng te beveiligen.
Na lange, vruchteloze pogingen tussen Nederland en de Republiek om het Akkoord van Linggadjati uitgevoerd te krijgen, geven Den Haag en Batavia legercommandant S.H. Spoor toestemming om met ingang van 21 juli 1947 de Eerste Politionele Actie te beginnen. Doel is het weer onder Nederlandse controle krijgen van economisch vitale gebieden op Java en Sumatra, om zo de Republiek naar de onderhandelingstafel te dwingen. Voor de Nederlandse militairen raken de gebeurtenissen na maandenlang wachten en ingehouden acties langs de demarcatielijnen plotseling in een stroomversnelling.
Gerrit rukt met zijn onderdeel op om de cruciale spoortunnel bij Lampegan veilig te stellen, terwijl Soekaboemi wordt ingenomen en het omliggende gebied wordt gezuiverd. Daarna wordt hij in Tomo gelegerd om daar de konvooiweg te beveiligen. Tegen het einde van de Actie trekt het bataljon vanuit Tasikmalaja op naar Garoet dat na een moeizame, door vernielingen en valstrikken gehinderde veldtocht wordt bereikt.
Tactisch gezien is de Actie een succes; de weerstand van de revolutionairen is snel gebroken en alle militaire doelen worden gehaald. Diplomatiek loopt Nederland echter ernstige imagoschade op en onder toenemende internationale druk wordt de Actie op 4 augustus beëindigd. Al snel dient zich een ander kritiek probleem voor; er moet nu een veel groter gebied veilig worden gesteld, wat voor de al zwaar overbelaste Nederlandse troepenmacht haast niet te doen is. Infiltraties en guerrilla-aanvallen nemen in de daaropvolgende maanden dan ook weer snel toe. Niet alleen het revolutionaire leger, maar ook de islamitische strijdgroepen Daroel Islam en Hizboellah vormen een voortdurende bron van onrust.
In april 1948 krijgt het bataljon het regentschap Tjiamis toegewezen, waar in de daarna volgende maanden opnieuw acties gevoerd worden. Tijdens patrouille in de kampong Lengkongdjaja sneuvelt Gerrit op 30 oktober 1948. Hij is 23 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Reactie toevoegen