Henk wordt geboren op 9 september 1909 in Woensel als een van de twee kinderen van Johannes Veeneman en Elisabeth Couwenberg. Na het bezoeken van de lagere school brengt hij enige tijd door op het pensionaat St. Louis in Weert. In 1924 gaat hij werken als volontair op het gemeentehuis in Son, waar hij vanaf 1929 bezoldigd ambtenaar is. Uit zijn verschillende organisatorische en bestuurlijke activiteiten blijkt zijn diepe passie voor muziek. Hij is voorzitter van de Sonse fanfare, directeur van het parochiekoor en een van de initiatiefnemers voor de R.K. Bond van Harmonieën en Fanfaregezelschappen in het bisdom ’s-Hertogenbosch, waarvan hij secretaris wordt.
In juni 1938 trouwt hij met Alphonsa Winters, met wie hij een gezin van drie kinderen sticht. Datzelfde jaar wordt ook de Federatie van Harmonie- en Fanfaregezelschappen op R.K. Grondslag opgericht, waarvan Henk opnieuw secretaris wordt.
Op 1 september 1941 wordt Henk in Son benoemd tot gemeentesecretaris. Datzelfde jaar komt hij als secretaris van de Fanfare voor de eerste maal in conflict met de bezettingsautoriteiten, als hij weigert zijn vereniging bij de nazistische Nederlandsche Kultuurkamer aan te sluiten. Hierop wordt het gehele bestuur uit zijn functie gezet, maar omdat de muziekgezelschappen te kennen hebben gegeven hun activiteiten te staken en de kas zo goed als leeg wordt achtergelaten, blijft van de Federatie weinig meer over.
Henks weigering zich aan het Duitse regime te conformeren, breidt zich dan ook uit naar hulp aan onderduikers. Via een informant brengt hij ingezetenen in de gemeente op de hoogte van aankomende arrestaties, zodat zij tijdig kunnen onderduiken.
Eind 1943 wordt Henk benoemd tot waarnemend burgemeester van Son en Breugel, nadat de toenmalige burgemeester in gijzeling is genomen. In het voorjaar van 1944 komt de verordening binnen dat mannelijke inwoners moeten worden aangewezen voor de aanleg van verdedigingsstellingen in Zeeland. Samen met de andere burgemeesters uit de regio, die met dezelfde verordening zijn geconfronteerd, besluit Henk te weigeren. Het stilzwijgen dat daarop volgt, is voor de burgemeesters voldoende teken dat verzet geen zin heeft. Om te voorkomen dat de Duitsers razzia’s houden, wordt nog kort een beroep gedaan op vrijwilligers.
Op 5 juli wordt Henk gesommeerd in Vught te verschijnen, waar hij met de andere burgemeesters en ambtenaren opnieuw te horen krijgt dat arbeidskrachten moeten worden geleverd voor de Duitse oorlogsinspanningen. Als opnieuw geweigerd wordt, worden de burgemeesters ter plekke gearresteerd en vastgezet in de SD-gevangenis Mariënhof in Vught. Per onmiddellijke ingang zijn ze allemaal uit hun functie als burgemeester gezet. Kort daarop worden ze kamp Vught binnengebracht.
Op 5 september 1944 (‘Dolle Dinsdag’) gaat de SS vanwege het naderen van de geallieerde troepenmacht over tot overhaaste evacuatie van het kamp. Henk wordt met zijn collega’s en het merendeel van de mannelijke gevangenen op transport gezet naar Sachsenhausen bij Oranienburg. Vandaaruit volgt deportatie naar concentratiekamp Mauthausen. Al tijdens de oorlogsjaren is Mauthausen berucht om zijn uitzonderlijk wrede regime; de Duitsers zelf spreken van de Knochenmühle, de ‘bottenbreker’. Gevangenen worden er in het kader van Vernichtung durch Arbeit aan het werk gezet in de nabijgelegen steengroeve, met het doel hen lichamelijk en geestelijk af te breken. Ze krijgen nauwelijks te eten, ontvangen geen medicijnen en staan bloot aan extreme mishandeling. Met rotsblokken tot 50 kilo moeten de gevangenen vanuit de groeve de 186 traptreden van de ‘Dodentrap’ naar het kamp zien te beklimmen. Gevangenen die tijdens de klim van uitputting in elkaar zakken, of door een bewaker zonder aanleiding worden beschoten, nemen in hun val iedereen die achterop loopt mee, met vele doden en zwaargewonden tot gevolg. Ook worden gevangenen gedwongen elkaar van de hoge afgrond in de steengroeve te duwen.
Ook voor Henk worden de ontberingen uiteindelijk te veel. Op 7 april 1945 wordt hij als gevolg van de mishandelingen en uitputting in ernstig verzwakte toestand binnengebracht in de ziekenbarak. Daar zou hij volgens de kampadministratie op 14 april 1945 zijn overleden. Henk is 35 jaar geworden.
Reacties
Stukken over Henk lezende maakt dat ik me bevoorrecht voel dat ik een lezing oven hem heb mogen houden op 17 september 2019, de viering van 25 jaar bevrijding van Son en Breugel.
Wat mooi Peer, dat je dit zo kunt zeggen. Ik kan me voorstellen dat het houden van een lezing speciaal over Henk recht doet aan zijn offer.
Ik ben ontzettend trots op mijn oudoom; de enige en geliefde broer van mijn oma. Hij was integer tot op het bot. Die integriteit heeft de "Knochenmühle" niet kunnen breken.
"Gedenk die tot der dood getrouw
In 't zicht van tirannieke machten
Het vege lijf ten offer brachten
Opdat de geest verwinnen zou"
Moge hij rusten in vrede, evenals alle andere slachtoffers van wrede regimes overal ter wereld. Moge zij gerechtigheid vinden.
Marian van den Heuvel
Bedankt voor het mooie eerbetoon aan je oudoom, Marian. Ik kan me voorstellen dat je trots op hem bent. Mocht je nog aanvullende informatie hebben over zijn leven, dan horen we het natuurlijk graag.
Natuurlijk alleen uit de overlevering, ik ben geboren in 1951 moet ik U vertellen dat mijn beide ouders Jan de Laat en Marie de Laat _Hagelaar met grote bewondering en ontzag spraken over Henk Veeneman. Als mens, de mens die hij was, zoals ze hem kenden vanuit de fanfare en vanuit zijn Gemeentelijke functie(s).Daardoor leefde Henk voor ons als kinderen verder....zijn verhaal werd verteld....mooi dat ik zoveel heb kunnen lezen in het ED van dd 2 Mei jl. In herinnering, met vriendelijke groet Andrea Gillis- de Laat. Helmond
Ook jij bedankt voor je reactie Andrea. Mooie woorden om hem zo te mogen herdenken. Dank!
Lees ook eens "Het geheim van de melkboer uit Helvoirt", Bart Pijnenburg was blijkbaar het maatje van Henk Veeneman in het laatste kamp; Henk overleed 2 dagen voor de bevrijding aldaar, Bart overleefde.
Bedankt voor de tip. Bijzonder om te weten dat een overlevende Henk nog had getroffen in de kampen.
Een heftig en ook herkenbaar verhaal. Net als Bart vertelden de meest overlevenden nauwelijks over hun ervaringen in de kampen. Het was te traumatisch, of ze wilden hun families er niet mee opzadelen. Maar zij moesten daardoor altijd gissen naar wat de gevangenen hadden meegemaakt.
Reactie toevoegen