Hotze Pieter wordt geboren op 14 februari 1905 in Oosterhout in een Nederlands Hervormd gezin. Met zijn vrouw en zoon woont hij in het Groningse Grijpskerk, waar hij onderwijzer en muzikant is. Tijdens de Duitse bezetting is hij actief in het verzet als lid van de Knokploeg-Grijpskerk en LO-groep Radersma. Daarnaast is hij contactpersoon en verspreider voor illegale bladen, met name Vrij Nederland.
In het voorjaar van 1945 is de Sicherheitsdienst (SD) Hotze Pieter op het spoor gekomen. Zodra hij hoort dat zijn naam is gevallen bij de aanhouding van verzetsgenoot Hindrik van Dijk van de LO-groep Radersma, besluit Hotze Pieter onder te duiken. Tegen die tijd heeft hij geelzucht onder de leden, zodat hij op korte afstand van zijn huis bleef, drie deuren verderop in dezelfde straat.
Zodra de geallieerde bevrijding van Noord-Nederland aanstaande lijkt, riskeert Hotze Pieter de oversteek naar zijn eigen huis om daar uit te zieken. Juist dan wordt hij gezien door caféhouder Faber die de SD in het Scholtenhuis in Groningen inseint. Kort daarop, op 1 april 1945, wordt Hotze Pieter ziek op bed en in het bijzijn van zijn gezin aangehouden en vastgezet in het Scholtenhuis en vervolgens in het Huis van Bewaring in Groningen.
In de vroege ochtend van 8 april 1945 wordt Hotze Pieter met tien andere gevangenen uit de cel gehaald door SD-agenten van het Scholtenhuis, onder leiding van Ernst Knorr. Aan elkaar vastgebonden worden de gevangenen in een overvalwagen naar Norg in Drenthe gereden; de SD’ers volgen in een tweede wagen. Het konvooi rijdt naar Norg, waar het een zandpad inslaat naar het bosgebied Bonhagen. Daar worden de gevangenen uitgeladen en door Knorr medegedeeld dat ze ter dood zijn veroordeeld, omdat ze tegen de Duitse Wehrmacht zouden hebben geageerd.
De groep moet vervolgens op de grond liggen en wordt door het vuurpeloton met een salvo geëxecuteerd. Iedereen die nog een teken van leven vertoont, wordt nogmaals door het hoofd of in de nek geschoten.
Hotze Pieter is 40 jaar geworden en ligt begraven in Grijpskerk. In Norg is zijn naam vermeld op het monument dat aan de executies in Bonhagen herinnert.
Reactie toevoegen