Jan wordt geboren op 8 januari 1918 in Andel en woont in Woudrichem. Opgeroepen voor de dienstplicht, meldt hij zich in 1946 bij de Koninklijke Landmacht in Assen en wordt als sergeant ingedeeld bij het daar opgerichte 3-12 Regiment Infanterie.
Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Jan voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden, om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het koloniale gezag. Na een maand in opleiding te zijn geweest, vertrekt hij eind september 1946 als onderdeel van de 7 December Divisie met de Ruys naar de Oost. Een maand later komt Jan aan land in Batavia en wordt gelegerd in de stad en in Meester Cornelis (nu: Jatinegara). In het najaar voert het, samen met een ondersteunende compagnie van het KNIL, zuiveringsacties en patrouilles uit rond Krandji en Bekasi. Jan blijft daarna in dit gebied om de herstelde rust te handhaven.
Tijdens de Eerste Politionele Actie van 21 juli tot 4 augustus 1947 blijft Jan met het grootste deel van zijn eenheid rond Bekasi. Later volgt overplaatsing naar het oostelijker gelegen Tandjoengpoer voor de bezetting van Rengasdenklok en de waterwerken bij Walahar. Later rukt Jan op naar Poerwakarta. Na afloop van de Actie wordt Jans gehele bataljon overgeplaatst rond Linggadjati aan de voet van de Galoenggoeng-vulkaan bij Tasikmalaja en ingezet bij de intensieve zuiveringsacties en patrouilles om de rust te waarborgen in dit onveilige gebied.
Op 1 oktober 1947 sneuvelt Jan in Waled bij Poerworedjo, ver buiten het gebied waar zijn eenheid dan gelegerd is. Mogelijk is hij het slachtoffer van een hinderlaag waarbij dan ook soldaat Hermanes Nijenhuis uit het Overijsselse Blankenham om het leven is gekomen. Jan is 29 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Reactie toevoegen