Janus wordt geboren op 6 januari 1909 in Steenbergen, waar hij later onderwijzer is aan de rooms-katholieke jongensschool. Ook is hij secretaris van de rooms-katholieke onderwijzersbond en aangesloten bij de Katholieke Actie.
Ten tijde van de Duitse bezetting is hij actief voor de ondergrondse als verspreider van illegale bladen. Hij wordt hiervoor gearresteerd en na veroordeling afgevoerd naar Duitsland. Uiteindelijk komt hij terecht in het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk.
Al tijdens de oorlogsjaren is Mauthausen berucht om zijn uitzonderlijk wrede regime; de Duitsers zelf spreken van de Knochenmühle, de ‘bottenbreker’. Gevangenen worden er in het kader van Vernichtung durch Arbeit aan het werk gezet in de nabijgelegen steengroeve, met het doel hen lichamelijk en geestelijk af te breken. Ze krijgen nauwelijks te eten, ontvangen geen medicijnen en staan bloot aan extreme mishandeling. Met rotsblokken tot 50 kilo moeten de gevangenen vanuit de groeve de 186 traptreden van de ‘Dodentrap’ naar het kamp zien te beklimmen. Gevangenen die tijdens de klim van uitputting in elkaar zakken, of door een bewaker zonder aanleiding worden beschoten, nemen in hun val iedereen die achterop loopt mee, met vele doden en zwaargewonden tot gevolg. Ook worden gevangenen gedwongen elkaar van de hoge afgrond in de steengroeve te duwen.
Voor Janus worden de ontberingen uiteindelijk te veel. Uitgeput van het extreem zware werk in de steengroeves en de mishandelingen bezwijkt hij op 5 april 1945 in het kamp, een maand voor de bevrijding. Janus is 36 jaar geworden.
Reactie toevoegen