Joseph Schulte

Joseph wordt geboren op 25 april 1918 in het Overijsselse Avereerst. In de jaren twintig verhuizen zijn ouders naar Noord-Brabant, waar ze in Steensel gaan wonen. Tijdens de Duitse bezetting heeft Joseph zich zonder medeweten van zijn ouders aangesloten bij de ondergrondse en is betrokken bij verschillende sabotageacties, overvallen en andere verzetsdaden.

Als de geallieerde troepenmacht in zuidelijk Nederland is aangekomen, sluit Joseph zich aan bij de stoottroepen van commando Brabant, vallend onder de Binnenlandse Strijdkrachten. Niet alleen trekken zij aan geallieerde zijde op om ook het noorden van Nederland te bevrijden, maar zetten zich in de bevrijde gebieden in voor de openbare veiligheid en ordehandhaving. Een kritieke opgave is het onschadelijk maken van achtergebleven landmijnen.

Op 28 oktober 1944 komt Joseph met twee kameraden in Best om het leven, als tijdens het ontmantelen een mijn explodeert. Joseph en zijn kameraden worden door de granaatscherven op slag gedood. Joseph is 26 jaar geworden. Hij vindt zijn laatste rustplaats thuis op de rooms-katholieke begraafplaats in Steensel. Daar is ook een straat naar hem genoemd. In het naburige Eersel, is in de glas-in-loodraam van de Mariakapel de explosie die een einde maakte aan zijn leven vereeuwigd.