Martin Schuringa (bron: P.B. Schuringa)

Martin Schuringa

1916 - 1951

Martin wordt geboren op 10 juni 1916 in Hoensbroek als vijfde van de acht kinderen van een mijnwerker. Het gezin verhuist later naar Son en Renkum, waar vader als tuinman en boswachter werkt. Als gewoon dienstplichtige komt Martin in 1936 in Renkum op bij de Koninklijke Landmacht. Vanaf december 1937 is hij beroepsmilitair en wordt in juni van het volgende jaar bevorderd tot korporaal en tamboer/hoornblazer van de compagnie. In die functie is hij vanaf 1939 ook instructeur.

Als in het najaar van 1939 de oorlogsdreiging voor Nederland sterkt lijkt toe te nemen, wordt Martin onder de wapenen geroepen en ingedeeld bij de infanterie aan de grens. Nadat de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland zijn binnengevallen, komt het oorlogsgeweld hard aan in de familie. Martins vader en jongste broer Klaas worden die in eerste dagen door de Duitsers gefusilleerd, nadat vader met zijn jachtgeweer op de Duitse soldaten heeft geschoten. Moeder overlijdt kort daarna in september 1940 als gevolg van dit zware verlies. Als gevolg hiervan wordt Martin fel anti-Duits.

Vanuit Renkum verhuist Martin naar Eindhoven, waar hij eind juli 1941 trouwt met Janneke Venema en een gezin van twee zoons en twee dochters sticht. Voor enige tijd wonen ze dan in Rotterdam, totdat ze na het foute RAF-bombardement van 31 maart 1943 terugkeren naar Eindhoven.

In de laatste jaren van de Duitse bezetting is hij aangesloten bij het verzet rondom Eindhoven. Tegen de tijd dat de geallieerde troepen in het najaar van 1944 in Antwerpen zijn aangekomen, sluit hij zich hij hen aan en neemt deel aan de bevrijding van het zuiden van Nederland. Zo maakt hij de bevrijding van Eindhoven en gedeelte van de opmars richting Nijmegen mee.

Eind augustus 1945 meldt Martin zich in Hulten als oorlogsvrijwilliger voor dienst in Nederlands-Indië. Daar is twee dagen na de Japanse capitulatie van 15 augustus 1945 de onafhankelijkheid uitgeroepen door Soekarno en Mohammed Hatta. Als de Britten en de Nederlanders daarna aanstalten lijken te maken om het oude koloniale gezag te herstellen, breekt de chaotische periode van de Bersiap (‘wees paraat’) aan, waarin met name buitenlanders en tot vijand verklaarde Europese en Indische Nederlanders slachtoffer worden van geweld en vervolging. Als sergeant van 2-5 Regiment Infanterie vertrekt Martin op 1 oktober 1945 naar Engeland voor verdere uitrusting. Met de Nieuw Amsterdam vertrekt hij in januari 1946 naar de Oost, maar vanwege het landingsverbod van Lord Mountbatten, opperbevelhebber van het South East Asia Command (SEAC), moeten de Nederlandse troepen tot maart uitwijken naar Malakka. Na de opheffing van het verbod gaat hij aan land in Soerabaja. Martin, inmiddels bevorderd tot sergeant-majoor, wordt opgenomen in de staf van de X-brigade op Oost-Java. Een jaar later wordt hij als adjudant-onderofficier en instructeur ingedeeld bij de Militaire Politie. Na de soevereiniteitsoverdracht van december 1949 wordt Martin gerepatrieerd en net als veel militairen teruggezet in de rang die hij voor aanvang van zijn tijd in Indië had.

Op 25 juni 1950 valt communistisch Noord-Korea het prowesterse Zuid-Korea binnen; het is het begin van de Koreaoorlog. De Nederlandse regering wil zijn bijdrage in het conflict beperken tot maritieme ondersteuning, maar gaat onder Amerikaanse druk alsnog grondtroepen leveren. Echter, in plaats van dienstplichtigen in te zetten, wordt een beroep gedaan op vrijwilligers. Martin, overtuigt van de dreiging die uitgaat van het communisme in Korea, meldt zich in 1950 als een van 1670 vrijwilligers voor het Nederlands Detachement Verenigde Naties (NDVN, ook bekend als het regiment Van Heutsz) en wordt daarmee in rang van adjudant-onderofficier hersteld. Met de Zuiderkruis vertrekt hij eind oktober 1950 naar Korea, waar hij eind november aankomt in de havenstad Busan. Daar wordt hij toegevoegd aan de staf van het NDVN als persoonlijk adjudant van de bevelhebber, luitenantkolonel Marinus den Ouden.

Omdat de nood hoog is, worden de troepen na aankomst direct doorgezonden naar het front. De Nederlandse soldaten nemen daar deel aan Operation Roundup die vanaf 5 februari 1951 wordt gelanceerd om Noord-Koreaanse en Chinese troepen terut te dringen. Nadat zij echter op 11 februari de tegenaanval inzetten, breekt chaos uit onder de Zuid-Koreanen. De westerse troepen onder Amerikaanse aanvoering proberen zich vechtend terug te trekken richting Hoengseong, waarbij de Nederlanders worden opgedragen de terugtocht te dekken. De volgende dag, 12 februari, slagen Chinese troepen, verkleed als Zuid-Koreanen, erin via een gat in de verdediging de commandopost van de Nederlanders in Hoengseong aan te vallen. In het felle gevecht dat dan losbarst, komen vijftien Nederlandse militairen om het leven. Een van hen is Martin; hij is 34 jaar geworden. De lichamen worden begin maart pas pas geborgen en bijgezet op de begraafplaats van de Verenigde Naties in Busan.

Meer
Meer

Steek een kaarsje op

+opsteken
Meer

Reacties

P.B. Schuringa zei op 18 september 2019

Gecorrigeerd op juistheid

Profile picture for user Paul Huismans
BHIC Paul Huismans zei op 18 september 2019

@ P.B. Schuringa. Bedoelt u te zeggen dat de tekst nu klopt of juist dat er nog fouten in zitten? Is dat laatste het geval, dan zijn verbeteringen natuurlijk welkom!

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.

*Deze velden zijn niet verplicht en worden ook niet zichtbaar op deze website. Wij gaan vertrouwelijk om met uw e-mailadres en telefoonnummer.