Joannes wordt op 17 september 1927 geboren in Nistelrode. Hij is lid van de Broederschappen van het H. Hart van Jezus, van de Voortplanting des Geloofs, van de Retraitenpenning en van de Broederschap van O.L.V. van Altijddurende Bijstand.
Als dienstplichtige komt hij in het najaar van 1947 op bij de Koninklijke Landmacht en wordt als huzaar ingedeeld bij het 5 Eskadron Vechtwagens (Joannes wordt herinnerd als huzaar van 1-3 Regiment Huzaren Van Boreel, maar gezien zijn inzet in Noord-Sumatra lijkt 5 Eskadron Vechtwagens waarschijnlijker).
Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Joannes voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden, om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Eind maart 1948 reist hij met de Kota Baroe af naar de Oost, waar hij begin mei aan land gaat bij Batavia. Aansluitend wordt Joannes met zijn onderdeel naar Bandoeng overgeplaatst en daar gelegerd bij het Depot Pantsertroepen voor specialistische opleiding. Medio juli wordt vanwege het grote tekort aan materiaal besloten de eenheid op te heffen en het materiaal te verdelen over de resterende eskadrons. Joannes wordt in augustus naar Noord-Sumatra gezonden om de daar gelegerde oorlogsvrijwilligers van het eerste eskadron af te lossen.
Tijdens de Tweede Politionele Actie van 19 december 1948 tot 5 januari 1949 neemt het eskadron deel aan de bezetting van Asahan, de Karo-hoogvlakte en Tapanoeli. Na afloop van de Actie wordt het eskadron ingezet voor konvooi- en trajectbeveiliging door zeer onrustig gebied waar de guerrillastrijd in ongekende hevigheid is opgelaaid.
Tegen deze achtergrond raakt Joannes in april 1949 te Prapat aan het Toba-meer zwaargewond. Hij wordt afgevoerd naar het hospitaal in Pematang Siantar, maar de geboden hulp mag dan niet meer baten. Hij bezwijkt op 12 april 1949 aan zijn verwondingen op 21-jarige leeftijd. Hij vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Leuwigajah in Cimahi.
Reactie toevoegen