Johan wordt geboren op 3 november 1894 in Willemstad als tweede zoon van Johanna Schuurman en dominee Adriaan Schouten, de eerste gereformeerde predikant van Willemstad. Hij trouwt in augustus 1920 met Marietje Kruyswijk met wie hij een gezin van twee zoons en twee dochters sticht. Tegen de tijd dat Nederland door de Duitsers wordt bezet, is Johan hoofd van de MULO-school in Meppel.
In de loop van de bezettingsjaren sluit Johan zich net als enkele van zijn broers en zussen aan bij het verzet, maar over zijn precieze activiteiten voor de ondergrondse is niets bekend. Op enig moment komen de Duitsers achter Johans verzetswerk en arresteren hem. Hij wordt uiteindelijk naar concentratiekamp Buchenwald gedeporteerd.
De gevangenen worden er onderworpen aan de meest uiteenlopende ontberingen. In het kader van Vernichtung durch Arbeit (vernietiging door arbeid) worden ze gedwongen tot opzettelijk extreem zwaar werk, met als doel hen fysiek af te breken. Ondertussen worden ze met meer dan 1200 tegelijk ondergebracht in barakken waar normaal slechts ruimte is voor enkele tientallen. Voeding schiet schromelijk tekort en medische zorg of hygiëne is er in het geheel niet. Ondertussen staan de gevangenen ook nog eens bloot aan de meest uiteenlopende, sadistische mishandelingen en willekeurige moordpartijen.
Als in april 1945 de geallieerde troepenmacht nadert, wordt het kamp grotendeels geëvacueerd. Duizenden gevangenen worden vanuit het hoofdkamp en de verschillende buitenkampen op dodenmars gezet richting Dachau, Flossenbürg of Theresienstadt; zij die dan al te zwak zijn, worden in grote massaslachtingen om het leven gebracht. Ook de gevangenen die het tempo niet kunnen bijhouden, worden onderweg vermoord.
Johan is een van de gevangenen die in de dodenmarsen meeloopt en uiteindelijk op 22 april 1945 in het Beierse Cham om het leven komt. Mogelijk is hij fataal verzwakt ingestort en omgekomen, of omgebracht. Hij is 50 jaar geworden.
Reactie toevoegen