Johannes wordt geboren op 2 mei 1898 in Princenhage. Hij tekent voor militaire dienst bij het KNIL en vertrekt naar Nederlands-Indië, waar hij uiteindelijk de rang van sergeant-majoor bij de infanterie bekleedt.
Johannes behoort vermoedelijk tot de groep KNIL-militairen die tijdens de Japanse bezetting krijgsgevangen zijn genomen en als dwangarbeider aan het werk zijn gezet bij de aanleg van de Birma-spoorlijn. Degenen die dat overleven, worden na de Japanse capitulatie van 15 augustus 1945 gerepatrieerd en vrijwel direct daarna opnieuw onder de wapenen te worden geroepen. Twee dagen na de Japanse capitulatie hebben Soekarno en Mohammed Hatta namelijk de onafhankelijkheid van Indonesië uitgeroepen en begint niet lang daarna de chaotische periode van de Bersiap (‘wees paraat’) waarin buitenlanders en tot vijand verklaarde Indische en Europese Nederlanders slachtoffer worden van geweld en vervolging. Vanuit Nederland wordt alles aangegrepen om het conflict, dat beschouwd wordt als een laatste, nasmeulende vuur van de Tweede Wereldoorlog, te bezweren.
Vrijwel niemand van de militairen die uit de Japanse kampen tevoorschijn komen, zijn echter geschikt voor militaire dienst, ziek, ernstig verzwakt en getraumatiseerd als ze zijn na jarenlange krijgsgevangenschap en dwangarbeid. De krijgsgevangenen zijn bovendien sinds de capitulatie weliswaar bevrijd, maar door de verwoeste infrastructuur en de gebrekkige beschikbaarheid van vervoer duurt het vaak nog maanden voordat ze ook daadwerkelijk de kampen kunnen verlaten.
Johannes is waarschijnlijk een van hen die onderweg naar Nederlands-Indië bezwijkt aan de geleden ontberingen. Hij overlijdt op 22 maart 1946 in Singapore, op 47-jarige leeftijd. Hij vindt zijn laatste rustplaats in Bandung op het Nederlands ereveld Pandu.
Reacties
Mijn grootvader. Niet gekend maar uit moeders en tantes verhalen is hij zichtbaar geworden. Je bent niet dood moet je weten, Je bent pas dood als wij je zijn vergeten.
Ontzettend mooi verwoord. Dank hiervoor, W.A. Verduyn Lunel.
Reactie toevoegen