Kees Jacobs

Kees wordt geboren op 13 januari 1922 in Dongen en werkt als machinebankwerker in een fabriek. Tijdens de bezettingsjaren wordt hij opgeroepen voor de Arbeitseinsatz, de verplichte tewerkstelling in Duitsland, maar hij weigert hieraan gehoor te geven en duikt mogelijk onder. Voor veel Nederlandse jongeren is onderduiken de eerste stap in de richting van actieve deelname aan het verzet. Waarschijnlijk is ook Kees zo in het actieve verzet beland; van hem is in elk geval bekend dat hij zich heeft aangesloten bij de Ordedienst (OD).

Vermoedelijk in de zomer van 1944 wordt Kees gearresteerd en via het Huis van Bewaring in ’s-Hertogenbosch overgebracht naar kamp Amersfoort. Op 10 september 1944 volgt zijn deportatie naar concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Als dwangarbeider wordt hij vijftien dagen later met 1500 medegevangenen in een veewagon doorgestuurd naar het buitenkamp Husum-Schwesing in Sleeswijk-Holstein. Daar wordt Kees ingezet bij de aanleg van de Friesenwall, een verdedigingslinie tegen een eventuele geallieerde invasie in Duitsland vanuit de Noordzee. De snel veranderende militaire situatie eind 1944 leidt ertoe dat de Friesenwall zijn nut heeft verloren en het kamp Husum-Schwesing wordt in november gesloten en de overlevenden terug naar Neuengamme gestuurd. In de korte tijd dat het kamp heeft bestaan, zijn bijna 300 van 2500 gevangenen door mishandeling, ondervoeding en uitputting om het leven gekomen.

Een van hen is Kees die aan een longaandoening zou zijn bezweken, veroorzaakt door de slechte leefomstandigheden in het kamp. Kees is 22 jaar geworden.