Kees wordt geboren op 7 januari 1925 in Valkenswaard als vierde van de elf kinderen van Jan van Roekel en Adriana Prins. Kees gaat na de lagere school aan het werk in sigarenfabriek De Hofnar in Valkenswaard. Op het moment dat hij dienstplichtig wordt, werkt hij in de bloemenwinkel Oogenlust van de familie Van Dijl. Hij krijgt een jaar uitstel van dienst als de heer Van Dijl overlijdt en Kees niet gemist kan worden in de winkel.
In november 1946 moet hij zich, samen met zijn broer Henk, echter voor dienst melden. Kees komt op bij de Koninklijke Landmacht in Blerick, waar hij wordt ingedeeld bij het 4-11 Regiment Infanterie, opgericht in januari 1947.
Vanwege het losgebarsten geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt hij na algemene militaire opleiding naar Nederlands-Indië gezonden om er bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag.
Kees vertrekt op 5 februari 1947 met de Johan van Oldenbarnevelt en komt na een maand op zee aan in Batavia. Daar wordt hij ingezet voor wachtdiensten bij onder andere het paleis van luitenant-gouverneur-generaal Huib van Mook en de woning van legercommandant S.H. Spoor. Ook loopt Kees wacht bij de gevangenissen Struiswijk en Glodok. In de daaropvolgende maanden wordt zijn bataljon gelegerd rond Tangerang, waar het gebied middels patrouillegangen en acties wordt gezuiverd.
Tijdens de Tweede Politionele Actie van 19 december 1948 tot 5 januari 1949 wordt Kees met zijn onderdeel naar Poerworedjo gezonden voor de inname en zuivering van de sector. Daarna gaat het bataljon een zware tijd tegemoet. Met te weinig mensen moet een te groot gebied worden beveiligd, wat door de talrijke infiltraties en guerrilla-aanvallen van de revolutionairen nauwelijks kan worden gerealiseerd.
In maart 1949 krijgt Kees middenin de gevechtsacties het bericht uit Nederland dat zijn vader op de 9e onverwachts op 50-jarige leeftijd is overleden. Vader en zoon hebben geen afscheid van elkaar kunnen nemen.
Tegen deze achtergrond rijdt Kees op 16 mei 1949 met een vrachtwagen door Tasikmalaja in West-Java, als ze plotseling door guerrilla’s worden beschoten. De soldaten zoeken dekking, maar Kees komt ongelukkig ten val, recht voor de wielen van de rijdende vrachtwagen. Hij breekt allebei zijn benen. Kees wordt met spoed overgebracht naar het hospitaal van Tasikmalaja, maar de geboden hulp mag niet meer baten. De volgende dag, 17 mei 1949 overlijdt hij aan een embolie. Kees is 24 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats in Bandung op het Nederlands ereveld Pandu.
Reactie toevoegen