Lambertus van den Akker wordt op 10 mei 1904 geboren in Heesch als zoon van Johannes van den Akker en Johanna van Hoek. In november 1918 overlijden zijn ouders enkele dagen na elkaar, mogelijk aan de Spaanse griep die dan wereldwijd tientallen miljoenen slachtoffers maakt, waaronder enkele tienduizenden in Nederland. In 1932, hij is dan landbouwer, trouwt Lambertus met plaatsgenote Maria van de Ven.
Als vanaf het najaar van 1939 de oorlogsdreiging sterk toeneemt, meldt Lambertus zich voor militaire dienst en wordt ingedeeld bij het 1e bataljon Regiment Jagers. Begin mei 1940 is hij met zijn eenheid gelegerd in Monster, tussen Den Haag en Hoek van Holland.
Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger Nederland binnen. De Luftwaffe vliegt voor de grondtroepen uit om met valschermjagers strategische doelen verderop in Holland in te nemen en Nederland zo tot een snelle overgave te dwingen. Wanneer ook vliegveld Ockenburg bij Loosduinen wordt aangevallen, trekt Lambertus met zijn bataljon op naar het vliegveld om de Duitse aanval af te slaan.
Diezelf dag nog raakt Lambertus op het terrein van de rozenkweker Schrier, bij landgoed Ockenburg, zwaargewond door een gericht schot vanaf de Belvedere. Hij wordt voor behandeling afgevoerd naar de Oranjekliniek in Den Haag gebracht, maar de geboden hulp mag niet meer baten. De volgende dag, 11 mei, bezwijkt Lambertus aan zijn verwondingen. Hij is dan net een dag 36 jaar oud. Lambertus vindt zijn laatste rustplaats op het erehof van de gemeentelijke begraafplaats aan de Kerkhoflaan in Den Haag.
Reacties
Eenheid: 1-I-R.J.
Begraven: Gem. Begraafplaats a/d Kerkhoflaan te Den Haag Militair erehof Vak/rij/nummer 4
v.d. Akker was gelegerd in Monster. Niet ter verdediging van het hulpvliegveld Ockenburg. De aanval van de vijand zorgde dat zijn 1e bataljon Regiment Jagers moest oprukken naar het vliegveld. De verdedigers van het vliegveld was het 22e Depot Compagnie Bewakingstroepen. Loop volgend voorjaar de battlefield wandeling Ockenburg en hoor het verhaal over de daar gesneuvelde Brabanders.
Hallo Ton, bedankt voor de aanvullende informatie. We gaan het in zijn verhaal aanpassen.
Reactie toevoegen