Martien – ook wel ‘Broer’ genoemd – wordt geboren op 17 april 1925 in Gemert als vijfde van de uiteindelijk tien kinderen van Petrus de Fost en Johanna Hendriks. Als hij drie jaar oud is, overlijdt zijn vader, waarna Johanna achterblijft met negen kinderen; de tiende is dan onderweg.
Tijdens de oorlogsjaren verliest Martien zijn jongere broer Jo als gevolg van een landmijnexplosie; het verlies van zijn broer maakt Martien wars van alles wat met oorlogsgeweld te maken heeft. Wanneer hij in de zomer van 1946 als dienstplichtige moet opkomen, gaat hij dan ook met grote tegenzin. Als soldaat wordt hij ingedeeld bij het 4-1 Regiment Anti-Tank Artillerie, met als standplaats de Citadelkazerne van ’s-Hertogenbosch.
Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Martien naar Nederlands-Indië gezonden om bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlands gezag. Eind oktober 1946 vertrekt hij vanuit Amsterdam met de Nieuw Holland naar de Oost, waar hij na een zeereis van een maand aan land gaat in Tandjong Priok bij Batavia.
Omdat het regiment op dat moment nog niet over eigen materiaal beschikt, wordt Martien ingedeeld bij de infanterie en ingezet voor wachtdiensten en patrouilles en krijgen ze aanvullende tropenopleiding. Nadat het materiaal begin januari 1947 arriveert, blijkt echter dat het regiment eigenlijk overbodig is, omdat de revolutionairen nauwelijks over tanks of pantservoertuigen beschikken. Eind februari 1947 wordt het regiment dan ook opgeheven tot grote teleurstelling van de Nederlandse soldaten die er onderdeel van uit maken. Het KMG (Kwartier Meester Generaal, belast met de logistieke organisatie van transport, voeding, materialen, munitie en brandstof) heeft op dat moment te kampen met groot personeelstekort en de meeste van de troepen van de Anti-Tank Artillerie worden dan ook daar naartoe overgeplaatst. Martien wordt bij het KMG aangesteld als administrateur-materiaal.
Niet alleen het vijandelijk vuur, maar ook tropische ziekten eisen veel slachtoffers onder de Nederlandse soldaten. Ook Martien valt hieraan ten prooi. Op 30 augustus 1947 wordt hij in kritieke toestand voor behandeling binnengebracht in het tweede militair hospitaal te Batavia. De geboden hulp mag dan echter niet meer baten. In de ochtend van 3 september 1947 bezwijkt Martien aan de gevolgen van malaria. Hij is 22 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Reactie toevoegen