Cornelis wordt geboren op 9 september 1895 in het Zeeuwse Groede. Na het behalen van zijn academische graad in rechtsgeleerdheid, gaat hij in Eindhoven werken als octrooi-technicus voor Philips. Tijdens de Duitse bezetting is hij actief als leider van een verzetsorganisatie en als technisch leider van een berichtengroep die gevoelige informatie naar Engeland verzendt.
In de zomer van 1942 werkt hij in Eindhoven aan een geheime zender voor zijn inlichtingenwerk. Hij brengt de onvoltooide zender naar het huis van zijn ouders in Wassenaar om er verder aan te werken, maar zijn activiteiten zijn dan aan de Duitsers verraden. Op 25 juli 1942 doen zij een huiszoeking bij de ouders van Cornelis, die daar dan ook verblijft. Er wordt genoeg belastend materiaal gevonden om hem te arresteren en af te voeren naar de SD-Polizeigefängnis in Haaren. Daar wordt aanvankelijk de doodstraf tegen hem geëist, maar op 13 juli 1943 wordt hem gratie verleend en de straf omgezet naar vijftien jaar tuchthuis. Eind augustus of begin september 1943 wordt Cornelis naar Rheinbach overgebracht en vervolgens in januari 1944 naar de tuchtgevangenis in Siegburg.
De omstandigheden in de Duitse gevangenissen zijn marginaal beter dan in de concentratiekampen. Als gevolg van verwaarlozing, ondervoeding, kou en vocht kunnen besmettelijke ziekten ook hier snel om zich heen grijpen. Ook Cornelis wordt hier het slachtoffers van. Hij maakt de Duitse capitulatie en het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa nog enkele dagen mee; voor hem is de bevrijding uiteindelijk te laat gekomen. Op 10 mei 1945 bezwijkt Cornelis in Siegburg, vermoedelijk aan de gevolgen van vlektyfus. Cornelis is 49 jaar geworden en laat een vrou en twee minderjarige zoons achter. Hij vindt zijn laatste rustplaats op het Nationaal Ereveld in Loenen.
Reacties
Bijgaand de link naar het verhaal van, onder andere, dit oorlogsslachtoffer:
https://acht.nl/acht/verzetshelden/
Reactie toevoegen