Peter wordt geboren op 11 juni 1919 in Kille, in de gemeente De Werken en Sleeuwijk, als tweede van de uiteindelijk zeven kinderen van Jan voor den Dag en Petronella van Daalen. Na een aantal malen te zijn verhuisd binnen het Land van Altena, vestigt de familie zich in Hoofddorp. Als zijn vader begin 1933 wegens ziekte in een inrichting terechtkomt, moeten Peter en zijn oudere broer Gijs de kost verdienen. Peter moet daarom na anderhalf jaar ULO van school en gaat, veertien jaar oud, als daggelder op het land werken. Wel volgt hij nog twee jaar lang de ‘Landbouw wintercursus’.
In de zomer van 1939 komt Peter als dienstplichtige op bij het 3e Regiment Huzaren in de Nieuwe Alexanderkazerne in Den Haag. Vanwege de toenemende oorlogsdreiging wordt in het najaar van 1939 de algehele mobilisatie afgekondigd; Peter wordt tegen deze achtergrond omgeschoold tot huzaar-motorrijder. Hij wil uiteindelijk politiekagent worden begint daarvoor in het voorjaar van 1940 aan de schriftelijke cursus voor het politiediploma. Hij zou het uiteindelijk niet afronden.
Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger Nederland binnen. De Luftwaffe vliegt voor de grondtroepen uit om strategische doelen verderop in Holland in te nemen. In de vroege ochtend van die eerste oorlogsdag bombarderen zij ook de Nieuwe Alexanderkazerne, met tientallen doden tot gevolg. Peter is dan echter al vroeg op pad en ontsnapt zo ternauwernood aan de dood. Twee weken na de capitulatie mag Peter met groot verlof en gaat als landarbeider werken in de polder.
In februari 1941 treedt Peter toe tot de marechaussee en wordt na kort verblijft in Amsterdam naar Ossendrecht gezonden om daar de brigades te versterken in de bestrijding van smokkel langs de grens. Later dat jaar wordt Peter weer terug naar Amsterdam gezonden in het kader van de door de Duitsers afgekondigde politiehervormingen, in reactie op de lakse houding van Nederlandse agenten in het neerslaan van de Februari-staking. Op 10 december krijgt Peter echter met drie collega’s zijn ontslag aangezegd wegens het in het openbaar zingen van inmiddels verboden, vaderlandse liederen. Hij vecht zijn ontslag met succes aan, maar keert niet meer terug naar Amsterdam. In plaats daarvan gaat Peter aan het werk in Den Haag, waar hij vanaf maart 1943 wordt aangesteld als wachtmeester der Staatspolitie. Peter is dan sinds een halve maand getrouwd met Maaike van der Stelt. Samen krijgen zij een zoon.
Vanaf september 1944 organiseren de Duitsers grootschalige razzia’s om aan arbeidskrachten voor de Duitse oorlogsindustrie te komen. In eerste instantie wordt de agenten van de Staatspolitie verzekerd dat ze niet meegenomen zullen worden, maar ze worden op 21 november verplicht aanwezig te zijn op het bureau. De voorgaande dagen zijn er opvallend veel Duitsers in Den Haag gezien, zodat de angst voor een aanstaande razzia acuut is. Veel agenten vertrouwen het niet en duiken onder, zeker als blijkt dat er nog nauwelijks vrijstellingen worden verleend.
Op die 21e november begint de grote razzia in Den Haag en zoals gevreesd worden ook de agenten niet ontzien. Peter wordt die dag met duizenden anderen via binnenvaartschepen naar Amsterdam vervoerd en vervolgens in de nacht over het IJsselmeer naar Kampen. Vandaaruit worden de gevangenen in grote treintransporten naar Duitsland vervoerd.
Peter wordt op 28 november op de trein gezet, met 150 andere mannen van politie en brandweer. De trein vertrekt richting Almelo, maar keert in de nacht bij Raalte terug naar Zwolle om het transport via Groningen te vervolgen. Regelmatig stopt de trein en iedere keer weten er gevangenen van de trein te springen. Op den duur zijn er zoveel ontsnapt dat vanaf Hoogeveen mitrailleurs op de treinbalkons worden geplaatst.
In de nacht van 30 november stopt de trein bij Winschoten. Daar springt Peter met drie anderen van de trein. Ditmaal stopt de trein en springen de bewakers er vanaf. Peter steekt de spoorberm en de sloot over en rent vervolgens het weiland in naar de watertoren in de verte. Door het heldere maanlicht hebben de Duitsers goed zicht en nadat ze hem hebben gesommeerd te stoppen, openen ze het vuur op Peter. Hij valt op de grond en blijft liggen. Na een moment te hebben gewacht, springt hij weer overeind en rent verder. Ditmaal wordt Peter met de mitrailleur onder vuur genomen en met vier kogels door zijn rug op slag gedood. Hij is 25 jaar geworden.
Peters lichaam wordt terug de trein in genomen en drie uur later na aankomst in het Duitse Coesfeld formeel dood verklaard. Aanvankelijk wordt Peter ook daar begraven; in 1954 vindt hij zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld in Osnabrück-Westerberg. Op het moment van overlijden was zijn vrouw zwanger van hun tweede zoon.
Reacties
Peter was de broer van mijn opa, Adriaan voor den Dag. Ik ben op zoek naar meer informatie over Peter’s leven en sterven. Heeft familie toegang tot het archief? Hoor graag. Met vriendelijke groet, Judith voor den Dag
Hartelijk dank voor je reactie, Judith! Ik kan me voorstellen dat jullie op zoek zijn naar meer informatie. Uit de bronnenlijst blijkt dat er gebruik is gemaakt van het archief van J. Kooistra, wat verwijst naar de volgende website: https://www.wo2slachtoffers.nl/default.asp
Daarnaast zou je voor contact op kunnen nemen met de Oorlogsgravenstichting: https://oorlogsgravenstichting.nl/
Hopelijk kunnen jullie op die manier meer informatie vinden over de broer van je opa. Veel succes ermee!
Reactie toevoegen