Petrus wordt geboren op 25 september 1906 in Tilburg en woont in Breda, waar hij districtsbestuurder is van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV), een vakbondscentrale van de socialistische zuil. Vanwege zijn linkse oriëntatie behoort Petrus tot de principiële politieke tegenstanders van het naziregime. Hij wordt tijdens de Duitse bezetting gearresteerd en afgevoerd naar de Duitse kampen, vermoedelijk in het kader van de grootschalige vervolging van socialisten en communisten. Hij komt uiteindelijk terecht in het concentratiekamp Mittelbau-Dora bij Nordhausen, een zelfstandig geworden buitenkamp van Buchenwald. Als dwangarbeider wordt hij daar ingezet bij het uitgraven van tunnels voor de onderaardse wapenfabrieken. Ook wordt hij betrokken bij de productie van wapens en munitie in diezelfde installaties. Voor Petrus en zijn medegevangenen betekent het lange dagen van zwaar werk onder de grond. Net als in de andere kampen schieten huisvesting en voeding ernstig tekort en lopen de gevangenen in hun verzwakte toestand risico zware ongelukken te maken. Ondertussen staan ze bloot aan voortdurende mishandelingen door de bewakers, die gewelddadig optreden als het werk niet hard genoeg opschiet, of bij verdenking van sabotage. Even zo vaak zijn de dwangarbeiders slachtoffer van willekeur en sadisme.
Ook voor Petrus worden de ontberingen uiteindelijk te veel. Hij bezwijkt op 5 maart 1945 in het kamp op 38-jarige leeftijd.
Reacties
Bijgaand de link naar het verhaal van dit oorlogsslachtoffers:
https://oorlogsgravenstichting.nl/persoon/158868/petrus-adrianus-veraart
Reactie toevoegen