Piet wordt geboren op 19 augustus 1929 in Eindhoven als zoon van Hendrik Schellen en Helena Harweg. Als dienstplichtig soldaat meldt hij zich in de zomer van 1949 bij de Koninklijke Landmacht en wordt ingedeeld bij de Ondersteuningscompagnie van het 433 Infanterie Bataljon.
Voor de vervulling van zijn dienstverband vertrekt Piet in augustus met goede moed naar Nederlands-Indië, waar hij na een zeereis van een maand aan land gaat. Tegen die tijd is het conflict in Nederlands-Indië in zijn laatste fase beland. Tijdens de Tweede Politionele Actie van 19 december 1948 tot 5 januari 1949 leek de Republiek met de val van Djokjakarta en de arrestatie van de republikeinse regeringsleiders te zijn verslagen, maar de guerrillastrijd van de revolutionairen was juist in alle hevigheid losgebrand en kon rekenen op brede steun vanuit de bevolking. Voor de oververmoeide Nederlandse militairen is het een uitzichtloze situatie, helemaal nadat onder internationale druk de republikeinse regering weer in vrijheid is gesteld en Nederland wordt gedwongen om tot een diplomatieke oplossing te komen in het conflict. Inmiddels ziet Den Haag in dat er geen andere optie is dan Indonesië als een volwaardig soeverein land te erkennen. In augustus, als Piet net aankomt in de Oost, is een staakt-het-vuren afgekondigd met het revolutionaire leger. Niettemin vinden in de daarna volgende maanden sporadisch nog provocaties plaats van de revolutionairen en moet opgetreden worden tegen islamitische strijdgroepen zoals Daroel Islam die zich niet gebonden voelen aan het staakt-het-vuren.
Op 27 december 1949 vindt de soevereiniteitsoverdracht plaats. Daarmee erkent Nederland formeel de onafhankelijkheid van Indonesië en kunnen de laatste Nederlandse troepen terug naar huis worden gestuurd. Het proces neemt echter nog het grootste deel van 1950 in beslag en is door de aan- en afvoer van materiaal en munitie niet zonder gevaar. Ook vallen er dat jaar nog tal van slachtoffers als gevolg van tropische ziekten en ongelukken in het verkeer.
Zo raakt ook Piet op 7 maart 1950 zeer zwaar gewond nadat zijn carrier van een brug is afgestort in het bergdorp Tjitjurug, tussen Sukabumi en Bogor (voorheen Buitenzorg). Hij wordt nog binnengebracht in het militair hospitaal in Jakarta, maar geboden hulp mag dan niet meer baten. Hij overlijdt diezelfde dag aan zijn verwondingen op 20-jarige leeftijd. Nog geen week daarvoor heeft hij juist afscheid genomen van zijn broer die dan wordt gerepatrieerd. Piet vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Reactie toevoegen