Piet wordt geboren op 10 juli 1926 in Geertruidenberg, als zoon van Johannes Vermeeren en Huiberdina Goossens. Hij woont in Goirle. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog meldt hij zich als vrijwilliger voor militaire dienst bij de Koninklijke Landmacht in Zeeuws-Vlaanderen. In december 1944 wordt daar het 1-3 Regiment Infanterie opgericht, waar Piet bij wordt ingedeeld. Met zijn eenheid wordt hij niet lang daarna naar Coevorden verplaatst en later naar Mönchengladbach, voor de bewaking van Duitse krijgsgevangenen.
Twee dagen na de capitulatie van Japan van 15 augustus 1945 roepen Soekarno en Mohammed Hatta de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Zodra de Britten en Nederlanders aanstalten lijken te maken om het oude koloniale gezag te herstellen, breekt de periode van Bersiap (‘wees paraat’) aan waarin met name buitenlanders en tot vijand verklaarde Europese en Indische Nederlanders slachtoffer worden van geweld en vervolging.
Voor de vervulling van zijn dienstverband wordt Piet naar Nederlands-Indië gezonden om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Op 8 november van dat jaar vertrekt hij eerst naar Aldershot in Engeland, waar voor verdere uitrusting wordt gezorgd. Op de 25e reist hij aan boord van de Johan van Oldenbarnevelt af naar de Oost.
Admiraal Lord Mountbatten, opperbevelhebber van het South East Asia Command (SEAC) heeft echter met ingang van 2 november tot grote woede van de Nederlandse militairen een landingsverbod uitgevaardigd voor Java en Sumatra, om te voorkomen dat de situatie daar escaleert in grootschalige oorlog waar de gestationeerde Britse troepen in verzeild kunnen raken. De Johan van Oldenbarnevelt moet daarvoor uitwijken naar Ipoh in Brits-Malakka, waar het landingsverbod wordt afgewacht.
Na de opheffing van het landingsverbod gaat Piet in maart 1946 aan land bij Batavia. Enkele weken later wordt zijn eenheid naar het gebied rond Bandoeng verplaatst, waar verschillende verspreid gelegen posten in de binnenlanden worden bemand. In Indië maakt Piet onderdeel uit van een carrierpeloton van de ondersteuningscompagnie.
Na lange, vruchteloze pogingen tussen Nederland en de Republiek om het Akkoord van Linggadjati uitgevoerd te krijgen, geven Den Haag en Batavia legercommandant S.H. Spoor toestemming om met ingang van 21 juli 1947 de Eerste Politionele Actie te beginnen. Doel is het weer onder Nederlandse controle brengen van economisch vitale gebieden op Java en Sumatra, om zo de Republiek naar de onderhandelingstafel te dwingen. Voor de Nederlandse militairen raken de gebeurtenissen na maandenlang wachten en beperkte acties langs de demarcatielijnen plotseling in een stroomversnelling. Voor Piet betekent de Actie opmars en inname van achtereenvolgens Cheribon, Tegal en Tjilatjap, een lange mars waarbij Java van noord naar zuid wordt doorkruist.
Tactisch gezien is de Actie een succes; de weerstand van de revolutionairen is snel gebroken en alle militaire doelen worden gehaald. Diplomatiek loopt Nederland echter ernstige imagoschade op en onder toenemende internationale druk wordt de Actie op 4 augustus beëindigd. Al snel dient zich een ander kritiek probleem voor; er moet nu een veel groter gebied veilig worden gesteld, wat de toch al overbelaste Nederlandse troepenmacht nog verder onder druk zet. Zoals gevreesd nemen infiltraties en guerrilla-aanvallen in de daaropvolgende maanden snel toe.
Piet wordt in die periode vanuit Tjilatjap gelegerd in het gebied Banjoemas, Soekaredja en Kroja aan de Javaanse zuidkust, waar in reactie op het opgelaaide geweld intensieve militaire acties worden gevoerd. Eind oktober worden de troepen samen met huzaren en mariniers zo geconcentreerd in Tjilatjap voor een landing in de Mauritsbaai bij Kalipoetjang en Pangandaran, waarna de opmars begint richting Bandjar. Het bataljon blijft ook daarna in deze sector patrouilleren.
Op 27 november 1947 sneuvelt Piet bij vijandelijke acties door de ontploffing van een handgranaat in de omgeving van Parigi en Tjimerak aan de Mauritsbaai. Hij is 21 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats in Bandung op het Nederlands ereveld Pandu.
Reacties
Rust in vrede ome Piet, je bent in mijn gedachten... 🌻
Beste Mark, hartelijk dank voor je reactie. Wat mooi dat je je oom Piet nog kunt herinneren. Heb je hem goed gekend en kun je misschien iets over hem vertellen?
Hoi Lisette,
Ik heb hem helaas niet gekend. Mijn vader was pas 9 jaar toen ome Piet stierf, en zoveel kan hij zich ook niet meer herinneren. Wel heeft hij nog brieven die ome Piet naar huis stuurde toen hij was uitgezonden. Ook staat er het eea op onderstaande link vermeld:
https://brabantsegesneuvelden.nl/persoon/petrus-vermeeren-geertruidenbe…
Naar wat ik begrepen heb is hij middels een vijandelijke handgranaat om het leven gekomen.
Mijn vader heeft hele fijne herinneringen aan hem.
Sorry, ik bedoelde deze link ;)
https://oorlogsgravenstichting.nl/persoon/159691/petrus-hendrikus-verme…
Heel mooi dat je vader goede herinneringen had aan oom Piet, Mark! En wat bijzonder dat die persoonlijke brieven bewaard zijn gebleven. Weet je toevallig ook wat Piet zoal aan het thuisfront liet weten? Bedankt voor je reactie en voor het doorsturen van de link.
Ik ben JJMH Vermeeren roepnaam John de laatste Vermeeren mannelijk van de familie,mijn vader Henk Vermeeren intussen ook helaas overleden was zijn broer. vandaag 4 mei 2021 dodenherdenking opnieuw getriggerd door het algemeen., heb een vermoeden dat Mark een zoon is (de oudste van de 2 die economie gestudeerd heeft en vrachtwagen Bestuurder is geworden?) van ome Huub en tante Hennie in Goirle ben van plan om in 2022 een nieuw bloemetje te brengen naar Ome Piet zijn laatste rustplaats in Indonesia.
Vriendelijke Groet, John
Hartelijk dank voor je reactie, John! Wat een mooi voornemen om hem in Indonesië eer te bewijzen. Eventueel kunnen wij achter de schermen jullie e-mailadressen met elkaar uitwisselen, Mark en John. Nogmaals bedankt voor jullie bijdragen!
We hebben inmiddels van Mark toestemming gekregen om zijn mailadres aan John te mogen sturen; dat is inmiddels ook gebeurd.
Reactie toevoegen