Thieu wordt geboren op 12 januari 1923 in Gemert als een van de zes kinderen van Antonius van Berlo en Maria van Wetten. Zijn vader overlijdt als Thieu twee jaar oud is. Na de lagere school in Gemert te hebben bezocht, gaat Thieu in 1937 als 14-jarige voor een jaar naar Dongen. Tegen die tijd zijn de crisisjaren uitgebroken en Thieu komt het jaar daarop in de werkverschaffing terecht.
Ten tijde van de Duitse bezetting wordt Thieu opgeroepen voor de Arbeitseinsatz, de verplichte tewerkstelling in Duitsland. Hij weet hier uiteindelijk aan te ontkomen en duikt onder.
Na de bevrijding van Nederland meldt hij zich eind mei 1945 als oorlogsvrijwilliger bij de zeedienst en volgt opleiding Engeland, maar een maand later gaat hij over naar de Koninklijke Landmacht, waar hij wordt ingedeeld bij het Gezagsbataljon Indië. Dit bataljon is in maart 1945 opgericht om samen met de geallieerden Nederlands-Indië te bevrijden van de Japanse bezetting en daar het Nederlandse gezag na de capitulatie te herstellen.
Twee dagen na de Japanse capitulatie van 15 augustus 1945 roepen Soekarno en Mohammed Hatta de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Als niet lang daarna de Britten en Nederlanders aanstalten lijken te maken om het oude koloniale gezag te herstellen, breekt de periode van de Bersiap (‘wees paraat’) aan, waarin buitenlanders en tot vijand verklaarde Europese en Indische Nederlanders slachtoffer worden van geweld en vervolging. Tegen deze achtergrond wordt de opdracht van de Nederlandse troepenmacht gewijzigd in het herstellen van de orde en het Nederlandse gezag in de archipel.
In oktober 1945 wordt Thieu overgeplaatst naar 3-II-5 Regiment Infanterie en volgt opleiding ter voorbereiding op zijn aankomende diensttijd in Indië. Op Nieuwjaarsdag 1946 vertrekt hij dan met de Nieuw Amsterdam via Engeland naar de Oost. Op dat moment is het landingsverbod voor Java en Sumatra van admiraal Lord Mountbatten, opperbevelhebber van het South East Asia Command (SEAC) nog van kracht, zodat de Nederlanders tijdelijk moeten uitwijken naar Brits-Malakka. Als in maart 1946 het verbod wordt opgeheven, gaat Thieu aan land bij Soerabaja en wordt daar aan het fel bevochten front ingezet voor de verdediging van de stad. In de daarna volgende maanden voert zijn bataljon in de binnenlanden van Oost-Java acties om Tjermee en Modjokerto op de revolutionairen veilig te stellen en de druk op Soerabaja te verlichten.
Op 17 juni 1947 raakt Thieu zwaargewond in het gevecht bij kampong Pakemkoulo door schoten in zijn long en ruggenmerg. Via het hospitaaltje in Modjokerto wordt hij naar het marinehospitaal in Soerabaja overgebracht, waar hij vijf dagen later, op 22 juni overlijdt. Thieu is 24 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Kembang Kuning in Surabaya. Zijn jongere broer Jan dient op dat ogenblik ook in Indië, maar moet uit de krant vernemen dat Thieu is omgekomen.
Reacties
Mooi geschreven stukje, mijn moeder Mia , zijn zus(Marietje) is nog op bezoek geweest bij zijn graf op Kembang Kuning en wij wisten nooit hoe en waar hij aan gesneuveld/overleden was, nu wel , goed werk wat jullie doen, bedankt
Wat fijn John, dat we hiermee jou en zeker je moeder van informatie hebben kunnen voorzien. Wat moet dat indrukwekkend geweest zijn dat je moeder bij het graf van haar broer geweest is, zo ver weg.
Reactie toevoegen