Toon wordt geboren op 18 juli 1920 in Eindhoven. Hij is getrouwd met Maria Brant en werkt als typograaf en hulpchemicien. Voor zijn diploma’s heeft Toon vier jaar avondstudie gevolgd.
Op 7 mei 1945, twee dagen na het einde van de oorlog in Europa, meldt Toon zich als vrijwilliger voor dienst bij de Mariniersbrigade en krijgt korte opleiding in Volkel. Begin juli arriveert hij in Camp Lejeune in Jacksonville, North Carolina voor verdere opleiding en voorbereiding op zijn aankomende diensttijd in Oost-Azië, waar de Japanners aan de verliezende hand zijn.
Op 15 augustus 1945 capituleert Japan, twee dagen later gevolgd door de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië door Soekarno en Mohammed Hatta. De Nederlandse militairen worden ditmaal niet uitgezonden om een buitenlandse vijand te bevechten, maar om de rust en het Nederlandse gezag in de kolonie te herstellen. Den Haag beschouwt het nationalistische regime als door de Japanners opgeleide, fascistische rebellen en wordt in die opvatting gesterkt door de uitgebroken chaos van de Bersiap-periode. In die eerste maanden van de Indonesische revolutie zijn buitenlanders – Nederlanders, Britten, Japanners, Chinezen – en tot vijand verklaarde Indische Nederlanders het doelwit geworden van extreem geweld door nationalistische strijders en rebellerende islamitische groeperingen.
Op 17 november 1945 reist Toon aan boord van MS Noordam van de Verenigde Staten af naar de Oost. De Britse admiraal Lord Mountbatten, opperbevelhebber van het geallieerde South East Asia Command (SEAC), heeft echter met ingang van 2 november 1945 een landingsverbod uitgevaardigd voor Nederlandse troepen op Java en Sumatra, om te voorkomen dat het revolutionaire geweld escaleert tot regelrechte oorlog waar de Britse militairen op de archipel in verzeild zouden raken. Toons infanteriebataljon is echter het enige van de mariniersbrigade dat op 31 december 1945 in Batavia aan land gaat. De rest moet de opheffing van het landingsverbod op 1 maart 1946 afwachten in Malakka.
Na aankomst wordt Toons bataljon ingezet voor wachtdiensten in Batavia en de haven van Tandjong Priok en vervolgens voor patrouilles en konvooibeveiliging in het achterland. In de loop van 1946 en 1947 neemt Toon deel aan meerdere, zware militaire acties in Oost-Java, zo ook tijdens de Eerste Politionele Actie van 21 juli tot 4 augustus 1947, als het onder andere Probolinggo veiligstelt.
Op 22 augustus 1947 raakt Toon tijdens patrouille door kampong Wonoasih bij Probolinggo zwaargewond door vijandelijk vuur. Hij wordt overgebracht naar de ziekenboeg in Probolinggo, maar dan blijkt hij onderweg al aan zijn verwondingen te zijn bezweken.
Toon is 27 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Kembang Kuning in Surabaya.
Reactie toevoegen