Wout Jansen

Wout wordt geboren op 30 april 1925 in Bladel. Als dienstplichtige komt hij in juli 1946 op bij de Koninklijke Landmacht in Roermond, waar hij wordt ingedeeld bij het 3-11 Regiment Infanterie. Na een opleiding van ruim drie maanden vertrekt hij op 15 oktober aan boord van de Kota Baroe naar Nederlands-Indië voor de vervulling van zijn dienstplicht, als onderdeel van de 7 December Divisie. Direct na de Tweede Wereldoorlog is daar het revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd losgebarsten; de Nederlandse regering zet in de komende jaren uiteindelijk in totaal ruim 200.000 militairen in om er de rust en het Nederlandse gezag te herstellen.

Na een zeereis van ruim een maand komt Wout in november aan in Makassar op Celebes. Aanvankelijk wordt Wout daar ingezet voor bewakingsdiensten en konvooibeveiliging, maar als de Eerste Politionele Actie op 21 juli 1947 begint, wordt een gedeelte van het bataljon naar Java gezonden voor de bezetting van de sector Tegal. Daar worden de compagnieën na afloop van het offensief met name ingezet voor de beveiliging van de verbindingen naar het zuiden, dwars door het onrustige berggebied rond de Slamet-vulkaan. Het is niet bekend of Wout bij deze acties is betrokken; een aantal compagnieën van het bataljon is op dat moment namelijk voor patrouille naar Borneo gezonden. Vanaf juni 1948 zijn alle compagnieën op Java hoe dan ook weer bij elkaar gebracht.

Na een maand van relatieve rust neemt het geweld in de sector weer aanzienlijk toe. Op 8 september 1948 sneuvelt Wout tijdens de nieuw opgelaaide gevechten, in het Javaanse Djipang. Hij is 23 jaar geworden en rust nu op het Nederlands ereveld Candi in Semarang.