De scheepsramp met de S.S. Pavon
Als tijdens de Duitse inval de verdediging van Nederland instort vluchten een paar duizend militairen via Zeeland – waar na de capitulatie nog gevochten wordt - naar Frankrijk. Als ze in Duinkerke aankomen is de toestand daar uiterst chaotisch. De aanwezigheid van duizenden Nederlandse militairen leidt tot irritatie bij de Franse commandant van de stad. Hij sommeert de Nederlanders al hun wapens en materieel af te geven en te stad te verlaten. Daartoe wordt het vrachtschip de S.S. Pavon gevorderd dat de Nederlandse militairen naar La Rochelle zal evacueren. Aan boord van het overvol geladen schip bevinden zich een kleine 1500 Nederlandse militairen, merendeels troepen uit oostelijk Noord-Brabant, waaronder de verdedigers van de Peel-Raamstelling en leden van de Luchtwachtgroep 's-Hertogenbosch en de luchtwachtposten Echt, Helden, Helmond, 's-Hertogenbosch, Veghel en Weert, die daaronder vielen.
“We kunnen op onze hurken zitten en meer plek is er niet,” vertelt overlevende Antoon v.d. Heijning. In de onderste ruimen liggen balen kapok. Hoewel het de mannen verboden wordt daar te verblijven telt een aalmoezenier er toch een veertigtal in die ruimte. De sanitaire voorzieningen zijn volstrekt ontoereikend en eten komt er pas als 2e luitenant J. Nijenhuis opdracht krijgt aan wal te foerageren en terugkomt met 40 kisten scheepsbeschuit en 20 kisten ingeblikt vlees. Voor iedere man is er nu een rantsoen scheepsbeschuit en een half blik vlees.
In de avond van 20 mei 1940 verlaat de Pavon met vier kleine escorteschepen de haven van Duinkerke en blijft dicht bij de kust. Enkele kilometers voorbij de haven krijgt de Luftwaffe het schip door de heldere maan snel in het zicht. Een Duits Junkers-toestel neemt de Pavon viermaal onder vuur; de derde granaat is een voltreffer en slaat midscheeps in, met veel slachtoffers tot gevolg.
Als de lading katoen aan boord vlam vat, breekt een inferno uit, met totale paniek als gevolg. Er is veel rookontwikkeling door de smeulende kapok. Met teveel tegelijk proberen de mannen in de ruimen via de houten ladders naar het dek te klimmen, maar die begeven het in het gedrang. Daarna moeten ze allemaal via één ijzeren ladder. Ook met touwen worden soldaten uit het ruim gehesen, bij gewonden wordt dat onder de oksels gebonden. De escortevaartuigen – en als het vanwege het tij te ondiep wordt de jollen van die schepen - komen de Pavon te hulp en worden direct bestormd door de passagiers die van boord springen, of zich met touwen naar beneden laten zakken.
De kapitein van de Pavon laat het zwaar gehavende schip aan de grond zetten ter hoogte van Gravelines, op het strand bij Les Hemmes d’Oye. Tegen de ochtend wordt het schip, met nog honderd gewonden aan boord, volledig geëvacueerd. Omdat het nu eb is kan men naar het strand waden.
Degenen die tijdens de evacuatie nog overlijden worden onder leiding Jan Kuilboer, pastoor in een naburig dorp, in de duinen begraven. Het lukt niet om alle doden op het schip te bergen.
Aan land worden de gewonden naar Calais gebracht. Het hospitaal waar de meeste gewonde opvarenden verblijven wordt op 27 mei door de Engelse marine beschoten en brandt uit.
Alle Nederlandse militairen die zonder of met lichte verwondingen van boord zijn gekomen worden in de dagen na de stranding door de Duitsers geïnterneerd. In juni worden ze vrijgelaten en teruggestuurd naar Nederland – een tocht van honderden kilometers die grotendeels te voet en per fiets moet worden afgelegd.
De scheepsramp met de Pavon kostte aan zeker vijftig man het leven, waaronder 22 inwoners van Noord-Brabant.
Reacties
Graag informatie over Marinus de Laat uit Udenhout
Wat voor soort informatie zoek je Jo? Ik kan de naam van Marinus de Laat niet op onze website vinden, maar misschien kunnen wij je op een andere manier aan informatie helpen?
Reactie toevoegen