Otto wordt geboren op 22 februari 1892 in Oosterhout als jongste van de zes kinderen van kostschoolhouder Pieter Treffers en Hendrika Roth. Als Otto 9 jaar oud is, verhuist het gezin naar Den Haag. Na zijn school volgt hij opleiding tot ambtenaar bij het Binnenlandsch Bestuur van Nederlands-Indië. In 1919 treedt Otto te Den Haag in het huwelijk met de 23-jarige Ida Brockmöller. Ze krijgen meerdere kinderen, maar Ida overlijdt in 1927 op 31-jarige leeftijd. Otto hertrouwt in 1928 te Wageningen met Antje Waijboer.
Met Antje en hun twee kinderen woont Otto in Medan op Noord-Sumatra, waar hij sinds juli 1940 assistent-resident is van het Binnenlandse Bestuur voor de residenties Deli en Serdang. Eerder heeft Otto ook bestuurservaring opgedaan in Atjeh, waar hij een goede band had met de lokale hoofden.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. Tokyo grijpt dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor Japan een van de belangrijkste doelen geworden om Oost-Azië te kunnen overheersen.
Nadat de Japanners in de loop van maart 1942 Sumatra hebben ingenomen en de laatste verzetshaarden van het KNIL hebben uitgeschakeld, wordt Otto geïnterneerd, net als zijn vrouw en dochters die naar een vrouwenkamp gaan. Gedurende zijn gevangenschap zet Otto zich echter in voor het verzet op Atjeh en Noord-Sumatra tegen de Japanse bezetting. Ofschoon in Atjeh de houding tegen het Nederlandse gezag overwegend vijandelijk is, kiezen de Atjese hoofden schoorvoetend voor de Nederlandse zijde, uit angst dat zij onder de Japanners hun gezag verliezen.
Otto houdt zich met zijn groep bezig met het verspreiden van anti-Japanse propaganda en het verzorgen van financiële steun voor de kampen in en rond Koeta Radja. Ook worden inlichtingen verzameld en doorgespeeld naar de geallieerden. Hij weet zijn activiteiten lang verborgen te houden voor de Kempeitai, de Japanse militaire politie, maar in mei 1944 wordt de groep alsnog opgerold. Op 6 oktober 1944 wordt hij gefusilleerd bij Arnhemia, zuidwestelijk van Medan. Otto is 52 jaar geworden en ligt in een verzamelgraf op het Nederlands ereveld Ancol in Jakarta. Zijn weduwe en kinderen keren na hun bevrijding terug naar Nederland; de twee oudste dochters uit zijn eerste huwelijk verbleven tijdens de oorlog al in Nederland.
Postuum is Otto de Verzetsster Oost-Azië 1942-1945 toegekend.
Reacties
Als kleinzoon naar Otto Treffers vernoemd, een hele eer die ik met veel genoegen draag. Het verhaal is bekend omdat mijn moeder (zijn jongste dochter die met haar zus en moeder in het vrouwenkamp geinterneerd was) het verteld heeft. Het lezen is toch weer emotioneel; ik had hem graag gekend.
PS voor de volledigheid: de twee oudste dochters uit het eerste huwelik van Otto Treffers verbleven tijdens WOII in Nederland.
Bedankt voor uw bericht, Otto. Ik kan me heel goed voorstellen dat het aangrijpend is om het verhaal van uw grootvader hier terug te lezen. En dat zijn verzet tegen de Japanners u ook met trots vervult. Naar aanleiding van uw laatste opmerking (waarvoor dank!) is zijn biografie aangevuld met gegevens over zijn thuissituatie en zijn beide huwelijken. Zo is Otto's verhaal weer een stukje completer geworden.
Reactie toevoegen