Antonius wordt geboren op 11 oktober 1890 in Zevenbergen en woont in Tilburg, waar hij opzichter is bij de PTT. Samen met de hoofdopzichter, de heer Seegers, is hij tijdens de Duitse bezettingsjaren aangesloten bij de ondergrondse. Voor de Bredase verzetsgroep Roels wordt in het bijzonder inlichtingenwerk verricht, zoals het fotograferen van telefoonleidingen bij vliegtuigen en het maken van situatietekeningen ten behoeve van sabotageacties.
Op 21 juni 1944 wordt Antonius door de Sicherheitsdienst (SD) gearresteerd en voor verhoor overgebracht naar de SD-Polizeigefängnis in Haaren. Niet lang daarna wordt hij vastgezet in kamp Vught. Vanwege het naderen van de geallieerden gaat de SS op 5 september 1944 ('Dolle Dinsdag') over tot evacuatie van het kamp. De volgende dag wordt Antonius met de mannelijke gevangenen per trein naar Oranienburg in Duitsland afgevoerd en daar tewerkgesteld in de vliegtuigfabrieken van Heinkel-Werke Oranienburg. De gevangenen van deze fabrieken zijn ondergebracht in een afzonderlijk buitenkamp van het nabijgelegen Sachsenhausen.
De gevangenen verrichten er extreem zwaar werk terwijl ze blootstaan aan ernstige mishandelingen, ontberingen, ziekte, onderkoeling en ondervoeding. Ze worden er ondergebracht in een eerder gebombardeerde vliegtuighal, groot en tochtig en zonder medische of hygiënische voorzieningen. Iedere dag moeten ze om vier uur in de ochtend op appèl verschijnen, ook als het regent of vriest, om tot het invallen van de avond door te gaan. Onderwijl worden ze voortdurend opgejaagd, afgesnauwd en geslagen. Het eten schiet schromelijk tekort en heeft geen enkele voedingswaarde, zodat de gevangenen snel ziek worden en ernstig verzwakken.
Uiteindelijk wordt Antonius, dan al ernstig verzwakt, doorgezonden naar Bergen-Belsen, dat tegen het einde van de oorlog door de Duitsers wordt gebruikt als ‘dumpplaats’ voor zieke kampgevangenen. Als gevolg van de erbarmelijke omstandigheden, mishandeling, ondermaatse voeding en ontoereikende medische zorg of hygiëne is het kamp een gevaarlijke broeiplaats van vlektyfus geworden. Als gevolg hiervan komen na de bevrijding van het kamp op 15 april 1945 nog eens 14.000 oud-gevangenen om het leven.
Ook voor Antonius worden de ontberingen uiteindelijk te veel en is de bevrijding te laat gekomen. Hij overlijdt in de loop van mei 1945, mogelijk aan vlektyfus. Als overlijdensdatum is de 31e van die maand vastgesteld. Antonius is dan 54 jaar geworden.
Reactie toevoegen