Cor wordt geboren op 26 december 1921 in Helmond als jongste zoon van politieagent Antonie Moedt en Hendrika van den Akker. Hij is werkzaam als kantoorbediende.
Cor heeft een enorme hekel aan de Duitse bezetters. Voor hem is de maat vol als ze zijn vader met een schot in zijn schouder hebben verwond. Samen met kameraad Antoon Verberne probeert hij naar het Verenigd Koninkrijk uit te wijken, maar hun poging mislukt in Antwerpen, van waar de gendarmerie hen weer over de grens zet naar Nederland. Vanaf dat ogenblik plegen Cor en Antoon, soms samen met Pietje Otgens, in en rond Helmond allerlei vormen van sabotage en anti-Duits geweld. Kabels worden doorgesneden, telefoonlijnen opgerold, tankwagens in brand gestoken, bij huizen van NSB’ers de ruiten ingegooid en militair materieel gestolen. Met plaatselijke NSB’ers gaan ze openlijk op de vuist.
Medio 1942 hebben de Duitsers er genoeg van en pakken het duo afzonderlijk van elkaar op. Via de marechausseekazerne aan de Molenstraat worden naar het Huis van Bewaring in ’s-Hertogenbosch gebracht. Enkele dagen later worden ze binnengebracht in de SD-Polizeigefängnis in Haaren. Vanuit Haaren worden Cor en Antoon naar kamp Amersfoort gebracht, in aanloop naar hun veroordeling in Utrecht. Antoon wordt tot twaalf jaar tuchthuis veroordeeld, maar Cor hoort de doodstraf tegen zich eisen. Op 19 december 1942 worden ze samen met veertig anderen naar Neuengamme gedeporteerd.
Op 22 januari 1943 staan ze samen bij de poort te wachten op een Arbeitskommando, als dan de kampcommandant arriveert. Hij pakt Cors identiteitsplaatje vast, leest zijn nummer op en laat hem ogenblikkelijk, voor Antoons ogen, met mitrailleurs om het leven brengen. Cor is 21 jaar geworden.
Tot zijn overlijden in 2003 zou Antoon de dood van Cor met zich meedragen.
Reactie toevoegen