Jan wordt geboren op 25 januari 1925 in Grave. Na zijn schooltijd gaat hij direct werken bij het opkomende transportbedrijf van zijn oudere broer Daan. Tijdens de Duitse bezetting wordt hij opgeroepen voor de Arbeidsdienst, een vormingsinstitutie van de Duitsers om Nederlandse jongeren te indoctrineren tot overtuigde nationaalsocialisten. Zodra Jan daar de Hitlergroet moet brengen, duikt hij onder. Desondanks wordt hij opgepakt en ditmaal tewerkgesteld in een gevangenenkamp in Duitsland. Met het einde van de oorlog is hij terug naar huis gekeerd.
Twee dagen na de Japanse capitulatie van 15 augustus 1945 verklaren Soekarno en Mohammed Hatta Indonesië onafhankelijk. Zodra de Britten en Nederlanders aanstalten lijken te maken om het koloniale gezag te herstellen, breek de periode van de Bersiap (‘wees paraat’) aan, waarbij buitenlanders en tot vijand verklaarde Europese en Indische Nederlanders slachtoffer worden van geweld en vervolging. Nederland zendt daarop troepen naar de archipel om de rust en het Nederlandse gezag te bewaren. Jan meldt zich dan als vrijwilliger voor dienst in de Oost.
Over Jans pad vanaf dat moment, bestaan twee lezingen. Hij zou op 17 april 1946 voor opleiding zijn vertrokken naar het Verenigd Koninkrijk en aansluitend daarop met M.S. Sommelsdijk naar de Oost zijn afgereisd. Op 19 juni 1946 komt hij dan aan. Jan staat echter ook gemeld op de inschepingslijst van 31 december 1945 van de Alcantara. In dat geval zou hij al in het najaar van 1945 in Engeland trainen voor dienst in Oost-Azië en in Brits-Malakka het ingestelde landingsverbod van de Engelsen op Java en Sumatra hebben moeten afwachten.
In ieder geval dient Jan in Nederlands-Indië als infanterist en wordt daar meerdere malen overgeplaatst. Op 2 juli 1949 stapt hij weer aan boord van de Zuiderkruis terug naar Nederland. Voor het eind van de maand, op 25 juli, is hij weer thuis in Grave, waar hij weer gaat werken in het bedrijf van zijn broer Daan.
Op 25 juni 1950 valt communistisch Noord-Korea het prowesterse Zuid-Korea binnen; daarmee begint de Koreaoorlog. De Nederlandse regering wil zijn bijdrage in het conflict beperken tot maritieme ondersteuning, maar gaat onder Amerikaanse druk alsnog grondtroepen leveren. Jan meldt zich begin 1951 als een van 1670 vrijwilligers en wordt ingedeeld bij het Regiment Van Heutsz. Omdat de nood echter hoog is, worden de vrijwilligers na aankomst in Korea direct doorgezonden naar het front. Na drie dagen van felle gevechten in Inje, sneuvelt Jan op 31 mei 1951. Hij is 26 jaar geworden.
Naast het ereteken voor ‘Orde en Vrede’ met de gespen 1946, 1947, 1948 en 1949, is Jan postuum onderscheiden met de ‘Unit Citation’ en de ‘Korean War Medal’.
Reactie toevoegen