Jan wordt geboren op 28 november 1913 in ’s-Hertogenbosch als oudste van de drie kinderen van Ludovicus Wildschut en Dina Vorstenbosch. In 1926, als Jan 13 jaar is, overlijdt moeder Dina op 33-jarige leeftijd. Vader Ludovicus hertrouwt daarna met Maria Wartenberg.
Jan is beroepsmilitair en wordt ook ingezet bij de landsverdediging, als de Duitsers in mei 1940 Nederland zijn binnengevallen. Na de capitulatie gaat hij als hoofdcontroleur aan het werk. Wanneer in april 1943 alle oud-militairen worden opgeroepen om zich voor krijgsgevangenschap te melden, duikt Jan onder in Drenthe. Daar sluit hij zich aan bij knokploeg-Nieuwlande van verzetsleider Johannes Post die door het hele land heen overvallen op distributiekantoren pleegt om bonkaarten voor onderduikers te bemachtigen en betrokken is bij liquidatiepogingen van beruchte collaborateurs.
Niet alle overvallen slagen. Als Jan op 23 juni 1944 deelneemt aan de overval op het distributiekantoor in Haarlem, wordt hij samen met enkele kameraden door de Duitsers opgepakt en vastgezet in het Huis van Bewaring Weteringschans in Amsterdam. Johannes Post onderneemt een poging om de zijn kameraden te bevrijden. Die poging wordt echter verraden, waarna Johannes zelf wordt opgepakt en gefusilleerd.
Jan wordt niet lang daarna overgebracht naar kamp Vught. Op 5 september 1944 (‘Dolle Dinsdag’) gaat de SS vanwege het naderen van de geallieerde strijdmacht over tot de evacuatie van het kamp. Jan wordt met de mannelijke gevangenen op transport naar concentratiekamp Sachsenhausen bij Oranienburg gezet. Een maand later wordt hij vanuit Sachsenhausen naar Leonberg in zuidwestelijk Duitsland doorgezonden, waar zich een buitenkamp bevindt van Natzweiler-Struthof. Natzweiler zelf wordt eind november 1944 bevrijd door de geallieerden, maar de buitenkampen blijven in bedrijf ten behoeve van de Duitse oorlogsindustrie. Tegen die tijd zijn de meeste wapen- en munitiefabrieken vanwege de geallieerde bombardementen naar onderaardse tunnelstelsels verplaatst; zo ook in Leonberg, waar in de Engelbergtunnel een Messerschmitt-fabriek is ondergebracht. Hier wordt Jan aan het werk gezet bij de montage van vliegtuigen.
Werken in de fabriek betekent zeer lange dagen onder de grond van extreem zware arbeid. Voeding en huisvesting van de gevangenen schiet schromelijk tekort en in hun verzwakte toestand lopen de gevangenen het grote risico ernstige ongelukken te maken. Ondertussen staan ze bloot aan voortdurende mishandelingen door de bewakers die gewelddadig optreden als het werk niet hard genoeg opschiet, of bij verdenking van sabotage. Even zo vaak zijn de dwangarbeiders slachtoffer van willekeur en sadisme.
Voor Jan worden de geleden ontberingen uiteindelijk te veel. Hij bezwijkt in de loop van januari 1945 in Leonberg aan uitputting, ondervoeding en onderkoeling. Zijn overlijdensdatum is vastgesteld op 31 januari 1945. Jan is dan 31 jaar geworden.
Voor zijn deelname in het verzet wordt Jan postuum het Verzetskruis toegekend, uitgereikt aan zijn weduwe.
Ook Jans jongere broer Lambertus (Nol) is actief in het verzet, aangesloten bij dezelfde groep. Nol weet bij een bevrijdingspoging te ontsnappen en in onderduik de oorlog te overleven.
Reacties
Zie boek over Johannes Post door Anne de Vries met eveneens veel informatie over Jan Wildschut.
Bedankt voor de tip, Johannes. We gaan het boek raadplegen voor extra achtergrondinformatie over Jan Wildschut.
Op http://www.oorlogsslachtofferswestbetuwe.nl/verzet-rond-geldermalsen.html is meer informatie te vinden over Jans jongere broer die ook in het verzet actief was.
Reactie toevoegen