Johannes de Vries

Johannes wordt geboren op 11 mei 1918 in het Zuid-Hollandse Leerdam als zoon van Johannes de Vries senior en Jantje Bousema. Hij groeit op in Leiden, maar verblijft ten tijde van de Duitse bezetting voor enige tijd in Breda, waar hij in het verzet actief is.

In september 1944 hebben de geallieerden de Nederlandse grens in oostelijk Noord-Brabant gepasseerd en lijkt ook de bevrijding van West-Brabant aanstaande. Het kanonnenvuur verderop in België is daar langs de grens al goed te horen. Tegen deze achtergrond richt verzetsman van de Ordedienst Paul Windhausen, kunstdocent in Breda, een radiopost op in de boswachterswoning van de familie Neefs op de Vloeiweide bij Rijsbergen. Deze radiopost zou de oprukkende geallieerden vanuit het nog bezette gebied ondersteunen door inlichtingen door te seinen. Aangezien de bevrijders al binnen een paar dagen worden verwacht, wordt de post slechts licht bewapend. Voor de posten worden drie marconisten aangetrokken die de gecodeerde berichten naar de geallieerden zouden zenden: Johan Oberg, Franciscus de Visser en Johannes de Vries.

Onverwachts komt de geallieerde opmars echter tot stilstand. De aanvoerlijnen vanuit Noord-Frankrijk zijn te lang geworden en de troepen uitgeput. Spoedig stroomt het gebied ronde Vloeiweide vol met Duitse militairen die voor de geallieerden uit zijn gedreven en nu standhouden langs het stilgevallen front. De verzetsstrijders op de radiopost zitten praktisch gevangen in de boswachterswoning; met de dag wordt het gevaarlijker.

Uiteindelijk wordt de post ontdekt en in de vroege ochtend van 4 oktober 1944 door een groep Duitsers en enkele Nederlandse collaborateurs overvallen. Als het verzet enkele Duitsers neerschiet, breekt een felle slag rond de woning los. In het vuurgevecht komen onder ander Paul Windhausen, moeder Neefs-Koijen en drie van haar kinderen om het leven. Johannes wordt met de zeven nog levende verzetsstrijders gevangengenomen. De volgende ochtend, 5 oktober, worden ze na een kort verhoor naar de Schietheide van het Mastbos aan de Galderseweg gebracht en gefusilleerd. Johannes is 26 jaar geworden en wordt thuis in Leiden begraven op de gemeentelijke begraafplaats Rhijnhof.