Kees wordt geboren op 21 februari 1925 in Waalwijk als zoon van leerlooier Norbert van Loon en Catharina de Jong. Tijdens de Duitse bezettingsjaren zitten zijn broers Piet en Berrie in het verzet als leden van groep André en brengen onder andere joodse kinderen naar onderduikadressen. Moeder fietst dan mee om de indruk te wekken dat ze vriendinnetjes van het gezin naar een afspraak brengt. De verzetsleden houden daarnaast regelmatig ontmoetingen thuis bij de familie Van Loon en in hun vakantiehuisje in de Loonse en Drunense Duinen. Begin oktober 1944 wordt de groep door verraad ontdekt, maar de leden weten net op tijd het huis te verlaten voordat de landwacht in inval doet. De verrader blijkt een Waalwijkse caféhouder te zijn wiens café kort daarop door een van de leden van groep André met fosfor op het rieten dak in brand wordt gestoken.
Op zondag 8 oktober nemen de Duitsers hierop represailles. De Sicherheitsdienst (SD) rijdt door Waalwijk rond en arresteert een willekeurige groep mensen, onder wie Kees en de vader en zoons van de familie Slaats. Na kort te zijn opgesloten in de garage van Van Dommelen wordt Kees met vader en gebroeders Slaats naar de gevangenis in Gorinchem gebracht. Daar wordt vader Frans Slaats vrijgelaten, maar zijn zoons worden met Kees naar de Duitse kampen afgevoerd. Via kamp Amersfoort komt Kees terecht in het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Vandaaruit wordt hij doorgestuurd naar het buitenkamp in het stadsdeel Hamburg-Hammerbrook, ondergebracht in een verlaten fabriekscomplex aan de Spaldingstrasse, een van de weinige gebouwen die het grote brandbombardement hebben doorstaan.
Ruim een jaar eerder, in de nacht van 27 op 28 juli 1943, had Operatie Gomorra plaatsgevonden; de Britse luchtmacht wierp ruim 9000 ton aan brisant- en brandbommen op Hamburg. In de vuurstorm vonden 42.000 mensen de dood en werd de stad voor meer dan de helft weggevaagd. Omdat de meeste Duitse mannen aan het front dienen, worden gevangenen uit Neuengamme na het bombardement ingezet voor het ruimen van puin, het vrijmaken van de straten en het onschadelijk maken van onontplofte granaten. Door de slechte voeding en mishandelingen verzwakken de gevangenen snel, wat de kans op ongelukken bij het gevaarlijke werk zeer groot maakt. In de zes maanden dat het buitenkamp heeft bestaan, komen 800 van de 2000 gevangenen om het leven en is daarmee niet alleen het grootste, maar ook het dodelijkste van de buitenkampen van Neuengamme.
Kees is een van de slachtoffers. Hij overlijdt op 17 december 1944, 19 jaar oud. Volgens de afschrift van het Rode Kruis zou hij zijn bezweken aan een ziekte, veroorzaakte door de erbarmelijk slechte leefomstandigheden in het kamp.
Reactie toevoegen