Louis wordt geboren op 14 november 1904 in ’s-Hertogenbosch als oudste van de vier zonen van Eduard van Lierde en Henriëtte Hendriks. Het kunstenaarsgezin woont in Deventer, waar Louis de lagere school en de Middelbare Handelsschool volgt.
In 1923 verhuist het gezin naar Breda, waar Louis bij een amateurstoneelvereniging zijn toekomstige vrouw Lucia Maria van den Broek ontmoet. Ze trouwen in december 1932 en krijgen drie kinderen, maar alleen hun oudste dochter Jetty haalt volwassenheid. Hun zoontje Klaas Louis wordt slechts twee dagen oud en een laatste kind wordt levenloos geboren.
Op 5 juli 1933 laat Louis zijn achternaam voor zichzelf en zijn nageslacht wijzigen in De Morée van Lierde. Per Koninklijk Besluit wordt dit goedgekeurd. Enkele jaren daarna verhuist Louis met zijn gezin naar Eindhoven.
Wanneer de oorlogsdreiging in de loop van 1939 toeneemt, meldt hij zich daar voor militaire dienst, maar omdat de inschrijving dan is gestopt, kan hij niet meer deelnemen aan de strijd. In mei 1940 beleeft Louis zo in Eindhoven de inval en de capitulatie. Zijn vrouw en dochter heeft hij dan naar zijn ouders in Breda gebracht, in de hoop dat ze daar veiliger zouden zijn. Breda beleeft echter een chaotische evacuatie waarbij Lucia en Jetty in een boerderij in Zundert worden opgevangen. Na de capitulatie keren ze terug naar Eindhoven en pakken ze dagelijkse leven weer zoveel mogelijk op.
Gemakkelijk is dat niet, want Louis is in 1939 werkloos geworden. Uiteindelijk vindt hij in 1942 een betrekking als vertegenwoordiger, met een rayon in Zuid-Limburg. Louis verhuist daarom met zijn gezin naar Geleen, waar ze gaan wonen in de wijk Lutterade. Inmiddels zijn de Nederlandse Joden opgeroepen voor deportatie naar Westerbork, in voorbereiding op zogenaamde ‘werkverruiming in Oost-Europa’. In werkelijkheid zullen ze rechtstreeks naar de gaskamer van Auschwitz worden gezonden. In deze periode vangt Louis voor enige tijd het bevriende Joodse echtpaar Ruben en Bep Kleinkramer-Cohen uit Eindhoven en Beps zus Lenie Cohen op. Ruben en Bep zijn later door verraad alsnog gearresteerd en gedeporteerd naar Auschwitz; hun kinderen en Lenie hebben de oorlog overleefd.
Op 18 september 1944 bevrijden de Amerikanen Geleen. Louis meldt zich dan bij de Binnenlandse Strijdkrachten en wordt als sergeant ingedeeld bij de Stoottroepen van Commando Limburg. Vervolgens wordt hij als tolk aangesloten bij het Amerikaanse leger.
Op 1 maart 1945 raakt Louis zwaargewond als de jeep waarin hij zit bij Vlodrop op een landmijn rijdt. De chauffeur raakt lichtgewond, maar Louis wordt in zorgelijke toestand naar het ziekenhuis in Roermond overgebracht. Daar bezwijkt Louis de volgende dag, 2 maart, aan zijn verwondingen. Hij is 40 jaar geworden en wordt aanvankelijk in Geleen begraven op de begraafplaats Lindenheuvel. Later wordt zijn lichaam bijgezet op het Nationaal Ereveld in Loenen.
Reacties
Bijgaand de link naar een foto van dit oorlogsslachtoffer:
https://oorlogsgravenstichting.nl/persoon/106233/ludovicus-henricus-mar…
Als aanvulling/ correctie: De jeep waarin mijn opa zat is op een landmijn gereden. De chauffeur is hierbij lichtgewond geraakt, mijn opa die ernaast zat is aan zijn zware verwondingen overleden
Hallo Marco, heel hartelijk dank voor de opmerking. Naar aanleiding daarvan ben ik gaan kijken naar wat er inmiddels nog meer over uw opa bekend is. Op de site van de Oorlogsgravenstichting trof ik nog meer belangrijke informatie die bij ons ontbrak. Zijn verhaal is hier daarom ingrijpend herzien.
Reactie toevoegen