Mgr. Aerts

mgr. Arnold Aerts

1880 - 1942

Arnold wordt geboren op 3 februari 1880 in het Limburgse Swolgen, als zoon van Antoon Aerts en Anna Baltesen. Zijn ouders krijgen acht kinderen, maar vier van hen overlijden voordat ze meerderjarig zijn.

Als Arnold dertien jaar is, vertrekt hij naar Tilburg, waar hij de Apostolische School aan de Bredaseweg, het kleinseminarie voor jongens van 12 tot 16 jaar, bezoekt. De Apostolische School is gevestigd in het klooster van de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus, ook bekend als ‘Rooi Harten’.

In de jaren 1899-1905 woont Arnold in Arnhem, om daarna terug te keren naar Tilburg en als leraar te werken aan de Apostolische School. In 1905 wordt hij bovendien tot priester gewijd.

Pater Arnold verblijft in 1908-1909 in het Belgische klooster van zijn congregatie te Asse-Walfergem. Datzelfde jaar vertrekt hij voor missiewerk naar de Filippijnen. In 1920 keert Arnold terug naar Tilburg en wordt tot bisschop gewijd. Monseigneur Aerts vertrekt in 1921 definitief naar Langgoer op de Kei-eilanden in de Zuid-Molukken, op dat moment onderdeel van Nederlands-Indië.

Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Een verrassing is het niet: vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners essentieel om Oost-Azië te overheersen.

Na een veldtocht van drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten veroverd. Op 8 maart 1942 capituleert het KNIL op Java, maar het duurt nog tot 30 juli voordat de Japanners ook de afgelegen Kei-eilanden hebben bereikt. Aerts laat in de tussentijd weten niet te zullen uitwijken naar Australië. De andere missionarissen sluiten zich daar uit solidariteit bij aan.

De Japanners, die de christelijke missionarissen wantrouwen, stellen het missieterrein al op de eerste dag van de bezetting op 30 juli onder bewaking en dwingen de missionarissen zich te verzamelen bij de ingang van de kapel. Daar worden hen na ‘onderzoek’ allerlei beschuldigingen toegeschreeuwd. Ze zouden koloniale onderdrukkers zijn, in het bezit zijn van vuurwapens, de bevolking tegen de Japanners op proberen te ruien en hulp bieden aan gevluchte militairen en koloniale ambtenaren.

Aerts en zijn medemissionarissen worden naar het centrale huis van de post gebracht. Kort daarna komen ze geblinddoekt naar buiten en worden naar het strand geduwd en getrokken. Op een drooggevallen stuk ten westen van de pier worden ze met het gezicht naar de zee op een rij gezet. Aerts kan nog een laatste zegen uitspreken, voordat ze gefusilleerd worden. Het eerste vuursalvo doodt nog niet alle missionarissen onmiddellijk. Pater Berns roept nog uit: “Untuk Kristus Radja Kita!” (“Voor Christus en Koning!”), waarop de nog levenden antwoorden: “Amen”. Nogmaals wordt het vuur geopend. Monseigneur Aerts is 62 jaar geworden.

De lichamen van de bisschop en de missionarissen blijven nog twee dagen in het getij drijven; iedereen die ze dan probeert te naderen, wordt afgeranseld of neergeschoten. Uiteindelijk krijgen enkele protestantse zendelingen toestemming om de lichamen uit het water te halen en alsnog op het eiland te begraven.

Meer
Meer

Steek een kaarsje op

Meer

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.

*Deze velden zijn niet verplicht en worden ook niet zichtbaar op deze website. Wij gaan vertrouwelijk om met uw e-mailadres en telefoonnummer.