Nöl wordt geboren op 7 december 1910 in de gemeente Mill en Sint Hubert als oudste in het kinderrijke gezin van Marte Willems en Jacoba Hendriks. Op jonge leeftijd verhuist hij met zijn ouders naar Overloon, waar zijn vader boerderij De Laer heeft gekocht. Nöl helpt zijn ouders op de boerderij, totdat hij wordt opgeroepen voor militaire dienst. Hij staat bekend als een eenvoudige jongeman, recht door zee en met een grote hekel aan dikdoenerij. Ook heeft hij de ambitie om zich verder te ontwikkelen en duikt daarvoor de boeken in.
In de loop van 1939 loopt de oorlogsdreiging voor Nederland verder op en wordt het leger gemobiliseerd. Ook Nöl wordt voor de dienstplicht opgeroepen en als soldaat ingedeeld bij 3-III-26 Regiment Infanterie. Begin mei 1940 wordt hij als onderdeel van de Maaslinie gelegerd in Limburg, ten zuiden van Broekhuizen, waar Nöl deel uitmaakt van de bemanning van kazemat 314.
Op 10 mei 1940 breekt de hel los als de Duitsers Nederland binnenvallen. Met rubberen boten steken Duitse soldaten de Maas over, maar worden dan zo zwaar onder vuur genomen dat de loop van de mitrailleur in de kazemat door oververhitting openbarst.
Ondertussen zijn Duitse troepen verderop vanaf Arcen de Maas overgestoken en rollen de verdediging langs de rivier van zuid naar noord op. Kazemat 314 wordt dan in de rug aangevallen en in het vuurgevecht dat volgt, komen Nöl en zijn kameraad soldaat Wouter Keijman uit Rhenen om het leven. Nöl, het eerste oorlogsslachtoffer uit Overloon, is 29 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Militair ereveld Grebbeberg in Rhenen.
Reacties
Eenheid: 3-III-26 R.I.
Reactie toevoegen