Petrus wordt geboren op 8 december 1922 in Eindhoven, waar hij tijdens de bezettingsjaren werkt als slotenmaker. Omdat in Duitsland het grootste deel van de werkende bevolking onder de wapenen is geroepen, heersen er grote personele tekorten in de Duitse industrie. Het tekort wordt aangezuiverd met geronselde arbeidskrachten uit de bezette landen, maar omdat de aantallen die zich dan melden sterk tegenvallen, wordt overgegaan tot verplichte tewerkstelling in Duitsland: de Arbeitseinsatz.
Ook Petrus wordt opgeroepen, maar weigert hieraan gehoor te geven en duikt onder. Op 29 augustus 1944 wordt hij ontdekt, gearresteerd en via kamp Amersfoort naar Neuengamme bij Hamburg gebracht. Onder erbarmelijke omstandigheden wordt hij daar aan het werk gezet in de baksteenfabriek. Petrus moet er lange dagen van zeer zwaar werk verrichten op rantsoenen die niet alleen volstrekt ontoereikend, maar ook nauwelijks eetbaar zijn. Onderdak, kleding en medische zorg schieten schromelijk tekort. Ondertussen staat Petrus bloot aan zware mishandelingen en besmettelijke ziektes.
Onder die omstandigheden verzwakt Petrus snel, maar hij maakt de bevrijding begin mei 1945 nog wel mee. Mogelijk bevindt hij zich dan in een van de buitenkampen, of behoort hij tot de kleine groep gevangenen die na de evacuatie richting de Lübecker Bocht is achtergebleven om op last van de SS belastend bewijsmateriaal te vernietigen.
Na de bevrijding keert terug naar Eindhoven, maar de traumatische ervaringen hebben hem lichamelijk gebroken. Op 13 juli 1945 bezwijkt hij aan de eerder geleden ontberingen. Petrus is 22 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nationaal Ereveld in Loenen.
Reacties
Petrus dook onder om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen, maar werd op 29 augustus 1944 alsnog gearresteerd. Via Amersfoort kwam hij in het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg terecht. Na de bevrijding is hij teruggekomen naar Nederland, maar uiteindelijk bezweek hij alsnog aan de gevolgen van het verblijf in het kamp. Dit overkwam duizenden andere kampgevangenen die weliswaar de bevrijding meemaakten, maar al fataal waren verzwakt door mishandeling, ondervoeding, ziekte en uitputting.
Bron: Oorlogsgravenstichting
Reactie toevoegen