Adrie Stoets

Adrie wordt geboren op 2 november 1918 in Rotterdam als zoon van Cornelis Stoets en Elizabeth Zijlstra. Hij woont in Eindhoven en dient na zijn schooltijd als beroepsmilitair bij de Koninklijke Landmacht.

Begin 1940 is hij als korporaal ingedeeld bij het Korps Politietroepen. Vanwege de toenemende oorlogsdreiging wordt hij begin mei 1940 gestationeerd aan de Maaslinie, als onderdeel van Groep Haps. Met vijf andere korporaals heeft hij als standplaats de zuidelijke van twee rivierkazematten in Katwijk aan de Maas, aan weerszijden van de spoorbrug bij Mook.

Als in de ochtend van 10 mei 1940 het Duitse leger Nederland binnenvalt, brandt bij Mook een felle strijd los om de Duitsers tegen te houden die daar een doorbraak proberen te forceren. De kazemat van Adrie blijft ondanks heftig artillerievuur zes uur lang, tot 11.00 uur in de ochtend, op de Duitsers vuren. Tot op het moment dat de bunker wordt getroffen door een zware 88mm-granaat die de gehele bezetting op slag doodt. Adrie is 21 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op de rooms-katholieke begraafplaats in Katwijk. Helaas wordt hij daar met verkeerde ranggegevens herdacht, namelijk met die van de compagnie die hij vanuit de kazemat artilleriesteun gaf.