George wordt geboren op 7 juni 1923 in Waalwijk, als een van de twaalf kinderen van Frans Slaats en Aleida Bijlhout. Zijn broer Frans verwerft internationale faam als wielrenner die onder andere in 1937 het wereldduurrecord verovert. George zelf is kantoorbediende in Waalwijk.
In de eerste week van oktober 1944, vlak voor de bevrijding van Waalwijk, pleegt het verzet een aanslag op het café van NSB’er Vissenberg die de groep eerder heeft verraden. Met fosfor wordt het rieten dak van het hoofdgebouw in brand gestoken; Vissenberg overleeft de aanslag, maar zijn café is een geblakerde ruïne en hij gaat zijn beklag doen bij de Duitsers.
Als represaille houdt de Sicherheitsdienst (SD) op 8 oktober een razzia in Waalwijk en pakt een willekeurig aantal onschuldige mannen op die in de garage van Van Dommelen worden vastgezet. Omdat de Duitsers de beschikking hebben over een wagen worden uiteindelijk zes personen meegenomen: Kees van Loon en Frans Slaats met vier van zijn zoons: Herman, Gerard, George en Jules. De arrestanten worden naar Gorinchem afgevoerd, waar vader Frans wordt vrijgelaten. Zijn zoons worden echter via kamp Amersfoort naar Neuengamme bij Hamburg gedeporteerd. Daar scheiden hun wegen zich. De broers komen ieder in een van de buitenkampen, of een andere kamp terecht. Geen van hen zou het overleven.
George wordt doorgezonden naar buitenkamp Meppen-Versen, bij de Nederlandse grens, waar hij onder erbarmelijke omstandigheden aan het werk wordt gezet in de steenfabrieken, kleigaten en turfvelden.
Door mishandeling, slechte voeding en het ontbreken van medische zorg komen daar ruim 250 gevangenen van ziekte en uitputting om het leven. Een van de gevangenen voor wie de geleden ontberingen uiteindelijk te veel worden, is George. Hij bezwijkt op 29 januari 1945 in Meppen-Versen op 21-jarige leeftijd. Hij vindt zijn laatste rustplaats thuis in Waalwijk, op de gemeentelijke begraafplaats Bloemendaal.
Reactie toevoegen